Oplosmiddelen zijn in veel gebieden te vinden
Niet alleen doe-het-zelvers, maar ook ambachtslieden en industriële bedrijven hebben regelmatig te maken met oplosmiddelen. In de regel worden geen verdere chemische onderverdelingen gemaakt. Er is echter altijd sprake van 'organische oplosmiddelen'. Bijna alle oplosmiddelen zijn organische oplosmiddelen. In bredere zin zou water een anorganisch oplosmiddel zijn.
Definitie van oplosmiddel
Een oplosmiddel is een stof die een andere stof kan oplossen zonder deze chemisch te beïnvloeden of te veranderen. Chemische reacties tussen de twee stoffen zijn ook uitgesloten. Oplosmiddelen kunnen stoffen in elke fysische toestand oplossen:
- stevig
- vloeistof
- gasvormig
Het oplosmiddel hoeft ook niet persé vloeibaar of gasvormig te zijn. Waterstofaandrijving gebruikt het effect dat een metaal (een metaal-organisch raamwerk) waterstof kan oplossen.
Organische oplosmiddelen
Organisch kan voor oplosmiddelen als volgt worden gedefinieerd: het zijn koolstofhoudende middelen. Deze verklaring moet echter ook in perspectief worden geplaatst, aangezien niet elk koolstofhoudend oplosmiddel een organisch oplosmiddel is.
Veel organische oplosmiddelen bevatten ook halogenen, stikstof (bijvoorbeeld nitril) of waterstof (bijvoorbeeld tetrachloorkoolstof). Carbonaten die niet aan organische stoffen worden toegewezen, zijn bijvoorbeeld carbonaten.
Aprotische en protische oplosmiddelen
Een ander onderscheid op basis van de volgende aspecten is vaker te vinden:
- aprotisch: zonder een functionele groep waterstofatomen die protonen van het molecuul kunnen afsplitsen
- aprotisch-polair: polaire moleculen met een permanent dipoolmoment
- aprotisch-niet-polair: polaire moleculen zonder permanent dipoolmoment
- protisch: met functionele groepen waterstofatomen die protonen van het molecuul kunnen afsplitsen
Hieronder volgen voorbeelden van organische oplosmiddelen die aan deze aspecten voldoen.
Voorbeelden van aprotische organische oplosmiddelen
Voorbeelden van aprotisch polair:
- Ketonen (aceton)
- Nitril (acetonitril)
- Nitroverbindingen (nitromethaan)
- Koolzuurester (ethyleencarbonaat, dimethylcarbonaat)
Voorbeelden van aprotische apolaire oplosmiddelen
- Alkanen (paraffine)
- aromatische stoffen zoals benzeen,
- Ether (diethylether)
- gehalogeneerde koolwaterstoffen (waterstoftetrachloride, chloor)
Voorbeelden van protische oplosmiddelen (meestal anorganisch)
- water
- Methanol
- Amines
- Carbonzuren (azijnzuur, mierenzuur)
- Minerale zuren (zwavelzuur)
Omgaan met oplosmiddelen als leek
Het overzicht houden als leek is allesbehalve eenvoudig. Daarom moet u altijd de juiste informatie inwinnen voordat u een oplosmiddel gebruikt. Met name informatie over de risico's, bijvoorbeeld of en in hoeverre een organisch oplosmiddel zoals aceton schadelijk is voor de gezondheid.
tips en trucs
Oplosmiddelen zijn ook te vinden in tal van producten voor de gewone consument. Er zijn bijvoorbeeld secondelijmen met oplosmiddelen. Als je hier - ook als consument - meer over wilt weten, biedt het huismagazine veel nuttige informatie- en adviesartikelen over dergelijke onderwerpen.