Wandverwarming versus conventionele verwarming (convectieverwarming)
Een groot voordeel van wandverwarming is dat hier stralingswarmte wordt gebruikt. Conventionele verwarming werkt volgens het principe van convectiewarmte. Dit betekent dat de lucht verwarmd moet worden tot de temperatuur die ook gevoeld wordt. Bij stralingswarmte wordt de lucht zo goed als niet verwarmd, maar objecten en lichamen die worden verlicht.
In een ruimte met convectieverwarming moet de ruimtelucht 21 graden Celsius zijn om op die manier te worden waargenomen. In een ruimte met stralingsverwarming is 18 graden voldoende om ook het gevoel van 21 graden warmte te bereiken. Als je nu bedenkt dat het extra energieverbruik zes tot zeven procent meer energie betekent voor elke graad warmte, dan wordt hier al snel een duidelijk besparingspotentieel zichtbaar.
Vergelijkbaar met vloerverwarming
Hierbij wordt er niet eens rekening mee gehouden dat deze warmte zelf als comfortabeler wordt ervaren. Wandverwarming is in principe vergelijkbaar met vloerverwarming. Het enige verschil is dat de warmte van de wandverwarming ook als veel aangenamer wordt ervaren in vergelijking met vloerverwarming.
De wandverwarming is een oppervlakteverwarming …
Uit het principe van stralingswarmte kan al worden afgeleid dat de verwarming groot moet zijn. In principe kunnen zowel DIN EN 1264 deel 2 als DIN EN 12831 worden gebruikt om een wandverwarmingssysteem passend te dimensioneren. Er zijn echter tal van factoren die de warmteafgifte beïnvloeden:
- Isolatie van de muur
- Aanvoertemperatuur
- Dichtheid van de verwarmingsbuizen
- Venstergebied
- latere bekleding van de muur
… waar u op moet letten bij het dimensioneren
De isolatie van de muur is een fundamentele factor. Dit heeft een grote invloed op de vereiste aanvoertemperatuur. Dit moet op zijn beurt in ieder geval minder dan 45 graden zijn (tussen 30 en 45 graden). In een oud gebouw zonder voldoende thermische isolatie naar buiten is wandverwarming problematisch omdat er teveel warmte naar buiten wordt uitgestraald. Dit verhoogt de vereiste aanvoertemperatuur aanzienlijk.
Net als bij vloerverwarming is het ook van belang hoe dicht de verwarmingsbuizen bij elkaar zijn. Daarom helpen de gebruikelijke afmetingen hier ook bij wandverwarming. Daarnaast dient de buitenmuur altijd te worden voorzien van de wandverwarmer. Anders kunnen er negatieve eigenaardigheden zijn, zoals een koude ruk aan de voeten.
Vuistregel: 20 tot 30 procent van de woonruimte voor wandverwarming
Aangezien bij voorkeur het muuroppervlak van de buitenmuur wordt voorzien, speelt natuurlijk het oppervlak van het raam een even belangrijke rol. Indien al deze factoren opgehelderd zijn, kan onder normale tot optimale omstandigheden worden aangenomen dat de wandverwarming gedimensioneerd dient te worden met een afmeting van 20 tot 30 procent van de woonruimte (van de betreffende ruimte).
tips en trucs
Ondertussen bieden leveranciers en fabrikanten van wandverwarmingssystemen ook kleine rekenprogramma's op internet aan. Voor een betrouwbare berekening zijn echter ook gegevens zoals de U-waarde van de betreffende wand een doorslaggevende factor voor een juiste maatvoering.