Vereisten voor het snijden van muren
Het snijden van wanden vindt plaats in binnenmuren die zijn gemetseld, d.w.z. gebouwd volgens de natte bouwmethode. Gewoon knippen is echter niet toegestaan. De eisen en specificaties voor gleufwanden zijn gespecificeerd in DIN EN 1996-1-1. De dikte van de binnenwand is van cruciaal belang.
Deze specificaties dienen ook gebruikt te worden voor niet-dragende wanden
DIN EN 1996-1-1 betreft echter dragende wanden. Voor niet-dragende wanden zijn er geen nadere specificaties. Het wordt echter algemeen erkend dat de specificaties uit DIN EN voor dragende wanden ook voor niet-dragende wanden dienen te worden toegepast.
Differentiatie van sleuven in de muur
Dan moet er rekening mee gehouden worden dat er verschillende slots gebruikt kunnen worden. De volgende oriëntaties zijn toegestaan bij het inlassen:
- horizontale sleuven
- verticale muursleuven
Het moet algemeen bekend zijn dat diagonale sleuven niet mogen worden gebruikt, aangezien installaties ook niet op deze manier mogen worden gelegd.
De sleufdiepte
De gebruikelijke sleufdieptes liggen tussen 10 en 30 mm.
Horizontaal scheuren van muren
Allereerst mogen horizontale sleuven niet meer dan 40 cm boven of onder een ruw plafond worden getrokken. Met andere woorden, dit betekent maximaal 40 cm onder het ruwe plafond, dus zonder bekleding, en maximaal 40 cm boven de ruwe vloer, dus ook zonder bekleding. De dikte van de bekleding moet dus van de 40 cm worden afgetrokken.
In wezen levert horizontale sleuven de grootste problemen op, aangezien de wanddoorsnede over de gehele lengte van de sleuf wordt verkleind. Met name het draagvermogen lijdt aan horizontale sleuven.
Daarom zijn de wanddiktes doorslaggevend of splijten überhaupt is toegestaan. Ook hier moet onderscheid gemaakt worden tussen relatief korte sleuven die korter zijn dan 1,25 m en die groter zijn dan deze lengte. Tot een horizontale sleuflengte van 1,25 m moet de muur een dikte van 15 cm toelaten. Horizontale sleuven die langer zijn of over een gehele wandlengte lopen, vereisen een minimale wanddikte van 17 cm.
Bovendien mogen wanden slechts aan één zijde worden voorzien van sleuven. Een uitzondering hierop is wanneer de wanddikte minimaal 24 cm is en de sleufdiepte van de twee sleuven maximaal 10 mm.
Verticale sleuven
Vanaf een wanddikte van 12 cm kunnen verticale sleuven in de muur gemaakt worden. De afstand tot muuropeningen, doorbraken en uitsparingen moet minimaal 11,5 cm bedragen. Indien meerdere muursleuven naast elkaar nodig zijn, is de minimale afstand tussen twee sleuven minimaal de basissleufbreedte. In totaal mogen meerdere verticale sleuven naast elkaar een breedte van 2 m niet overschrijden.
tips en trucs
De verschillende afmetingen kunnen in overeenstemming worden gebracht met DIN EN 1996-1-1 en de relevante tafelhandleidingen. In deze tabellen worden wanddiktes, sleufbreedtes en sleufdieptes ten opzichte van elkaar ingesteld zodat bijvoorbeeld de maximale sleufdiepte kan worden genomen.
