Een goede voorbereiding is erg belangrijk
Voor aanvang van de werkzaamheden dient de ondergrond uiteraard voorbereid te worden voor de laminaatvloer. Voordat u met het leggen van de vloerbedekking begint, dient u de ondervloer zeker te controleren op oneffenheden en eventueel egaliseren. Zorg er ook voor dat het oppervlak voldoende stevig, schoon en droog is. Er mag geen restvocht aanwezig zijn. Het is ook essentieel om geschikt materiaal te gebruiken om onder het laminaat te leggen, zoals een dampscherm of de nodige contactgeluidisolatie.
Welke fouten worden er heel vaak gemaakt
Bij het leggen van de vloer worden altijd fouten gemaakt die eigenlijk heel gemakkelijk kunnen worden vermeden. De meest voorkomende fouten zijn:
- De vloerbedekking werd zonder dampscherm in de vorm van PE-folie gelegd.
- De ondergrond was niet voldoende geëgaliseerd.
- Bij het wegsnijden van obstakels zoals deurkozijnen of verwarmingsbuizen worden vaak fouten gemaakt.
- De laminaatvloer krijgt niet genoeg tijd om te acclimatiseren.
- Er is niet genoeg afstand tot de muur, wat onaangename gevolgen kan hebben.
Waarom de afstand tot de muur erg belangrijk is
Afhankelijk van de grootte van de kamer moet er tussen de 10 en 15 millimeter afstand van het laminaat tot de muur zijn. Meestal is het nodig om de laatste rij op maat te zagen, bijvoorbeeld met een decoupeerzaag of cirkelzaag. Als alternatief kunt u een speciale laminaatsnijder gebruiken. Zorg er bij het snijden voor dat het laatste stuk minimaal 50 centimeter lang is. De afstand tot de muur is zo belangrijk omdat laminaat uitzet en weer samentrekt bij verschillende temperaturen. Laminaat, dat van een soortgelijk materiaal is gemaakt, werkt op dezelfde manier als hout.
Hoe je gemakkelijk de nodige afstand houdt
De afstand moet natuurlijk niet alleen worden aangehouden tot muren, maar ook tot pilaren of andere obstakels die in een kamer aanwezig kunnen zijn. Om een gelijkmatige afstand tot de muur of andere objecten in de kamer te behouden, kun je het beste speciale afstandhouders of afstandhouders gebruiken die ongeveer 10 tot 15 millimeter dik zijn. Schuif deze afstandhouders voor het leggen van de eerste rij op de juiste plaatsen tussen de muur en de corresponderende panelen om de gewenste afstand aan zowel de lange zijde als de korte zijde te behouden. Na het leggen van de vloerbedekking kunt u de afstandhouders weer verwijderen. Hierdoor is de vloer zwevend gelegd waardoor deze voldoende kan werken.Dit voorkomt ongewenste gaten of het optillen van de vloer.