Wat heb je hiervoor nodig?
- twee verschillende kleuren
- Verfbakje
- Roer de stick
- Schilder tape
- eventueel acryl en patroonpers
- Waterpas
- potlood
- Verfroller
- borstel
Hoe doe je het?
Bepaal eerst grofweg de gebieden die later een andere kleur krijgen en schilder eerst de basiskleur op de plafonds en wanden. Borstel royaal in de afgebakende gebieden.
Het is het beste om eerst de bovenverf aan te brengen, zodat je de reeds geverfde ondergronden niet kunt beitsen als je er later onder schildert. Leg wat verf opzij, je hebt het later nodig.
Gebruik een waterpas, liniaal en potlood als de eerste kleur goed is opgedroogd. Gebruik het om precies de gebieden te markeren die u in een andere kleur wilt schilderen. Boven deze markering wordt schilderstape gelijmd en stevig tegen de muren gedrukt.
Nu wordt de rest van de gereserveerde kleur gebruikt. Verf de schilderstape op de randen naar de andere kleur. Duw het penseel altijd in de richting van de crêpe van de schilder zodat er geen gaatjes overblijven. Laat deze verfbeurt minimaal 15 minuten drogen.
Nu wordt de tweede kleur gebruikt. Eerst worden alle randen met een penseel langs de crêpe van de schilder geverfd, daarna worden de gebieden gevuld. Verf altijd nat in nat, dit betekent dat de randen nog niet droog mogen zijn. Als een tweede laag nodig is, laat de verf dan eerst een beetje drogen.
Trek ten slotte voorzichtig de schilderstape los. Dat moet nog gebeuren terwijl de verf nat is. Trek de schilderstape altijd af in de richting van de tweede kleur, d.w.z. de laatst aangebrachte kleur. Als je het netjes hebt gedaan, moet je een schone, rechte rand hebben.
tips en trucs
Bij zwaar gestructureerde wanden is het mogelijk dat de lijn niet vlijmscherp is omdat er te veel gaatjes onder de schilderstape zitten. Gebruik in dat geval een patroonpers om een acryllijn te maken om de schilderstape goed af te dichten. Omdat acryl kan worden overschilderd, zie je later geen start.
