Bouw van vinylplaten
Heel vaak worden composietpanelen gekozen voor het leggen van een vloer waarvan het oppervlak is bekleed met vinyl. Het dragermateriaal bestaat meestal uit vezelplaat met hoge dichtheid, beter bekend als HDF-platen. Bovendien zijn vinyloppervlakken bekleed met kurk gebruikelijk als vloerbedekking.
Terwijl puur vinyl op rol een materiaaldikte heeft van ongeveer twee millimeter, zijn vinylpanelen met een drager van composietmateriaal of kurk gemiddeld vier millimeter dik. Voor de bovenste vinyl toplaag is ongeveer een millimeter nodig. Vinylproducten zijn verkrijgbaar in verschillende decors die hout of steen imiteren, in één kleur bedrukt met of zonder structuur of met geprinte patronen tot aan dure driedimensionale vloerbedekkingen.
Thermische en geluidsisolatie
Zowel bij plaatmateriaal als bij panelen kan het vinyl al vloerisolatie “aan boord” hebben. Vinylrollen met aan de onderzijde geschuimd isolatiemateriaal en vinylpanelen met isolatielaag of van kurk vervangen eventuele aanvullende maatregelen voor warmte- en geluidsisolatie.
Een bijkomend effect met de isolatielaag al op het vinyl is een zachter uiterlijk dat als comfortabel wordt ervaren. Omdat modern vinyl geen weekmakers gebruikt die schadelijk zijn voor de gezondheid, verhoogt dit idealiter het loopcomfort. Als alternatief kunnen speciale ondervloeren en matten worden gebruikt.
Plaatgoederen
Opgerold vinyl is beschikbaar opgerold en, nadat de benodigde delen op maat zijn gesneden, zwevend gelegd, op punten gefixeerd of volledig verlijmd. Vinyl in plaat- of plankvorm zonder dragermateriaal is leverbaar met een zelfklevende of open bodem. Zuiver vinyl, met een gemiddelde materiaaldikte van twee millimeter, heeft de neiging uit te bobbelen en markeringen te vormen, die minder uitgesproken zijn in decors met een reliëfstructuur.
Terwijl vinylpanelen met composietmateriaal als dragerlaag op een vrijwel onbeperkte oppervlakte kunnen worden gelegd, is het zwevend of los leggen van puur vinyl beperkt tot circa twaalf vierkante meter. De toestand van de ondervloer is een andere doorslaggevende factor bij de keuze van de benodigde bevestiging.
Externe omstandigheden en vooropslag
Vinylvloeren reageren op temperatuur, vooral als ze nog niet zijn gelegd. Platen, planken en plaatgoederen moeten vóór het leggen geacclimatiseerd worden opgeslagen. De afzonderlijke stukken, bij stroken de reeds gesneden bekledingen, dienen horizontaal gestapeld te worden in de ruimte waarin ze later gelegd zullen worden.
De ideale temperatuur ligt tussen de 18 en 25 graden Celsius en de vinylvloer dient in deze vorm minimaal twee dagen bewaard te worden. De gestapelde individuele stukken mogen niet meer dan tien lagen bevatten. Vinyl dat op de rol “gebogen” is, kan door deze opslag weer uitrekken. De hoogste waarde voor luchtvochtigheid moet 65 procent zijn.
Hoe wordt vinylvloeren gelegd
- Vinylrol of vinylplaten
- siliconen
- Spuitlijm of
- Dubbelzijdige tape
- Eventueel een isolatiemat
- Eventueel egalisatiemiddel
- Afstandhouders
- Cutter of behangmes
- Houten of metalen hoeken
- Snijbalk
- stofzuiger
1. Maak de vloer waterpas
Als u vinylvloeren legt, heeft u een zeer gladde ondervloer nodig, behalve voor geprefabriceerde panelen met een dragerlaag. Bij het leggen van PVC of vinyl op tegels moeten de voegen worden geëgaliseerd, evenals oneffenheden die groter zijn dan twee millimeter. Gebruik een vloeibaar egalisatiemiddel voor vloeren.
2. Reiniging
Zorg ervoor dat de ondervloer schoon en permanent droog is, zonder resten van vet, verf of oude lijmresten. De dekvloer of egalisatiemassa (€ 21,49 bij Amazon *) moet voldoen aan de ondergrondvereisten volgens DIN 18365 voor vloerwerkzaamheden.
3. Snijd het vinyl op maat
Meet het vloeroppervlak en bepaal in welke richting de stootvoegen moeten lopen. In smalle ruimtes maken dwarsvoegen de ruimte visueel breder, maar kunnen ze opvallen bij intensief gebruik. Bij vinylvloeren met een reliëfstructuur bepaalt het optische verloop de legrichting. Aan de muurranden mag de minimale breedte van de vinylvloer niet minder zijn dan tien centimeter. Snijd indien nodig stroken, panelen of planken aan weerszijden van de vloer dienovereenkomstig.
4. Opslag
Geef de kant-en-klare vinylvloer twee dagen de tijd om "te wennen". Plaats de platen of panelen in een goed getemperde ruimte met een lage luchtvochtigheid.
5. Isolatie
Indien u een losse isolatie aanbrengt, is slechts een gedeeltelijke puntbevestiging of zwevende plaatsing van de vinylvloer mogelijk. Bij het gebruik van puntbevestigingen of plakstrips uitsparingen in het isolatiemateriaal snijden. "Zet" de isolatiematten vast door de randen van de uitsparingen op de plakvlakken van de plakstrips te drukken.
6. Verlegenheid
Terwijl de kamertemperatuur en vochtigheid ongewijzigd zijn, begint u met het plaatsen van de vinylvloer aan één kant van de muur. Volg voor platen met kliktechnologie de instructies van de fabrikant. Trek bij zelfklevende ruggen ongeveer de helft van de beschermfolie aan, zodat u elk stuk vinyl tegen de rand van de eerder gelijmde plaat, plank of plaat kunt plaatsen, drukken en laten zakken.
tips en trucs
Let bij het leggen van een vinylvloer op vloerverwarming niet alleen op de eigenschappen van de kunststof, maar ook op eventueel gebruikte lijmen en isolatiematerialen.