Afvalwater »Geldende grenswaarden

Directe ontlader en indirecte ontlader

Iedereen die zijn afvalwater zelf zuivert en vervolgens loost op een ontvangend water, moet zich houden aan de regels voor de waterkwaliteit. Dit dient voornamelijk om water te beschermen.

In de regel zijn dit industriële bedrijven waarvan het afvalwater zo sterk vervuild is dat het bedrijf het zelf verwerkt en na de volledige afvalwaterzuivering zelf loost op een geschikt water, een zogenaamd ontvangend water. Dergelijke bedrijven worden daarom directe lozers genoemd.

Maar ook eigenaren van kleine afvalwaterzuiveringsinstallaties zijn directe lozers. Ook voor hen geldt een aantal voorschriften als maatregel voor waterbescherming, welke stoffen en hoeveel het gezuiverde afvalwater mag bevatten. De naleving van deze voorschriften moet ook regelmatig worden gecontroleerd en gedocumenteerd door de eigenaar van de kleine rioolwaterzuiveringsinstallatie.

Waterkwaliteit voorschriften

De voorschriften over welke stoffen aanwezig zijn en in welke mate worden door de betreffende gemeente uitgevaardigd. Ze zijn niet landelijk uniform. Dit komt doordat de kwaliteit van het water in het ontvangende water het doorslaggevende criterium is om te bepalen welke stoffen en in welke hoeveelheden door het betreffende waterlichaam worden getolereerd. Dit moet ook langdurige schade aan flora en fauna voorkomen.

Regelgeving voor indirecte lozers

Indirecte lozers leveren hun afvalwater aan de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Het wordt daar verwerkt en pas daarna geloosd op een ontvangend water dat is aangesloten op de rioolwaterzuiveringsinstallatie.

Voor indirecte lozers zijn er maar een paar voorschriften over welke stoffen in afvalwater mogen voorkomen. Er zijn meestal geen probleemchemicaliën in huis. Zelfs kleinere industriële en ambachtelijke bedrijven produceren over het algemeen geen afvalwater dat stoffen bevat die moeilijk te zuiveren zijn.

Voor bedrijven die met oliën en vetten werken, moet een zogenaamde vetafscheider beschikbaar zijn. Dit om te voorkomen dat er grote hoeveelheden vetten en oliën in de rioolwaterzuiveringsinstallatie terechtkomen omdat deze de werking verstoren.

In sommige gevallen kan de exploitant van de rioolwaterzuiveringsinstallatie grenswaarden afgeven voor bepaalde stoffen indien de werking van de rioolwaterzuiveringsinstallatie door bepaalde hoeveelheden stoffen minder economisch of technisch problematisch kan worden. Dergelijke beperkingen worden dan meestal vastgelegd in het afvalwaterstatuut van de betreffende gemeente.

Nederlandse lijst

In Nederland zijn er bindende grenswaarden voor afvalwater, die ook in de wet zijn vastgelegd. De laatste vaststelling vond plaats in 1994. De zogenaamde "Nederlandse lijst" is in Duitsland niet wettelijk bindend, maar geeft grenswaarden die ook in dit land als referentie worden gebruikt.

De lijst specificeert zogenaamde inversiewaarden voor bepaalde stoffen (I-waarde), evenals referentiewaarden (S-waarden). In vergelijking met Duitsland zijn de I-waarden voor bepaalde stoffen echter beduidend hoger.

De lijst definieert bijvoorbeeld grenswaarden voor:

  • arseen-
  • vrije en gebonden cyaniden
  • Zware metalen
  • Tolueen en xyleen

Deze waarden worden enerzijds in de bodem en anderzijds in het grondwater gemeten. Als de waarden te hoog zijn, is ingrijpen in Nederland verplicht. In Duitsland wordt ook ingegrepen bij te hoge bodem- of grondwaterwaarden, maar niet expliciet op basis van de lijst.

Interessante artikelen...