De verschillende vormen van dakspanten
De eenvoudigste vorm van een dakspant is het dakspant. Hierbij vormen de onder een hoek ten opzichte van elkaar geplaatste dakliggers samen met de vloerplaat een dragende driehoek. De dakbelasting wordt hier rechtstreeks naar de buitenmuren geleid.
Deze vorm wordt echter alleen gebruikt voor kleine gebouwen en voor dakhellingen van 35 tot 60 graden. Het plaatsen van dakkapellen of het vervangen van losse spanten is bij deze vorm erg problematisch.
Het kraagbalkdak heeft zogenaamde kraagbalken, die de spanten op variabele hoogtes tegen elkaar verstijven. Dit is vooral handig bij grotere dakconstructies, en creëert tevens een mogelijke plafondsteun voor de dakverlenging en een zogenaamde loft.
Bij het kraagbalkdak moet er echter voor worden gezorgd dat er vaak betonnen landhoofden of Rin-ankers nodig zijn in het ondersteuningsgebied van de spanten.
De derde vorm van het dak is het zogenaamde gordingdak - hier rusten de spanten op langsliggers, die op hun beurt de last via het verdiepingsplafond met steunen overdragen.
De langsliggers worden gordingen genoemd en de kolommen worden ook wel stelen genoemd. Afhankelijk van de uitvoering kunnen hier meerdere gordingen worden toegepast. In het nokgebied bevindt zich altijd de zogenaamde nokgording waarop de spanten rusten.
De belangrijkste vormen van dakspanten zijn dus
- het dak van de dakspar
- het kraagbalkdak en
- het gording dak
Afhankelijk van de vereisten wordt de geschikte bouwwijze vooraf gepland door de desbetreffende planner van het gebouw en statisch beschouwd. Dit is belangrijk om de dakbelasting dienovereenkomstig over te brengen en de buitenmuren of de vloerplaat niet te overbelasten.
Tips en trucs
Het opzetten van een dakspant - inclusief het dakspant - mag alleen worden gedaan door ervaren timmerlieden. Geen enkele huizenbouwer wordt aangeraden hier een handje te helpen, ook al lijkt het relatief eenvoudig. Laat je hierdoor niet voor de gek houden.
