Dakgoten zijn altijd belangrijk
De goot vangt niet alleen het water van het dak op en voert het af. Het beschermt ook de huismuur eronder tegen te nat. Ook bij tuinhuisjes, garages en carports is het daarom uitermate handig om een regengoot toe te voegen. Een goot is echter niet altijd voorzien, zeker niet bij afgewerkte producten. Maar misschien moeten ook de goten van woongebouwen worden vervangen.
Dakgootmaterialen en verbindingssystemen
Er zijn enkele verschillen in de materialen die als goten worden gebruikt.
- Plaatstaal, grotendeels verzinkt
- Non-ferro metalen zoals koper of aluminium
- plastic
Verbindingselementen voor goten
- lijm (voor alle materialen)
- soldeer (voor metalen)
- Stekkerverbindingen (voornamelijk voor kunststof)
Het basiswerk is altijd bijna hetzelfde
Voor alle gootmaterialen en aansluitsystemen kunt u onze stap-voor-stap handleiding gebruiken. Maar houd er rekening mee dat lijmen, pluggen of solderen andere vakmanschap vereist. Natuurlijk verschilt ook het betreffende gereedschap voor de afzonderlijke verbindingstechnieken.
Stap-voor-stap instructies voor het installeren van een dakgoot
- Dakgoten
- Goot ijzer
- Regenpijpen
- Downpipe bocht
- Verloren en vaste klemmen
- Schroeven of spijkers voor dakgootijzers
- Schroef- en plugsysteem voor de regenpijpklemmen
- Steiger of ezel
- Klopboormachine (€ 92,95 bij Amazon *)
- Metselwerk boor
- Draadloze schroevendraaier
- hamer
- Beitels
- Houtzaag
- IJzeren zaag, fijne tanden
- Krijtlijn
- Waterpas
1. Voorbereidende werkzaamheden
Langs de dakrand moet je de onderste rij dakpannen verwijderen om de langslatten bloot te leggen. Bij afgewerkte producten zoals garages of carports is er vaak geen bijbehorende daklat. Vervolgens moet u een overeenkomstige lengtebalk monteren.
2. Bevestig het gootijzer
Bevestig klassieke dakgootijzers
Buiten, links en rechts, ter hoogte van de Dachstein, wordt de eerste of laatste goot bevestigd. Voor goten op conventioneel grote woongebouwen worden meestal gootijzers van metaal gebruikt, die u zelf in de lengte kunt buigen.
Wrik voor de eerste goot het hout van de latten over de breedte van het strijkijzer. Je drukt zo diep dat het kanaalijzer gelijk ligt met de lat als je het strijkijzer in de uitgewerkte groef plaatst. Het wordt ook in de groef bevestigd met schroeven of spijkers.
Je buigt dan de gootstang zodat de goot straks ongeveer een derde onder de onderste rij dakpannen komt. Nadat je het eerste gootijzer hebt geschroefd of genageld en gebogen, strek je de krijtlijn van hier naar het andere uiteinde van het dak en terug.
Pas de hoogte van de bovenste krijtlijn aan tot het punt waarop u de goot heeft gebogen. Let bij het spannen van de krijtlijn op de helling die de goot later nodig heeft. Dit is gemiddeld tussen de 3 en 7 mm per meter, dus tussen de 3 en 7 cm bij een daklengte van tien meter.
Span de onderste krijtlijn na de laagste positie van de gootijzerbocht en leid deze vervolgens terug naar het andere uiteinde van de goot. Nu kunt u beginnen met het monteren van alle andere dakgootbalken. De afstand van het ene strijkijzer tot het andere is tussen de 50 en 100 cm.
Gootsystemen voor aanpassing
Gootsystemen voor kleinere gebouwen of voor plat gemonteerde stroken (haaks op de vloer) worden op dezelfde hoogte vastgeschroefd. De afzonderlijke gootelementen kunnen vervolgens met behulp van schroefsleuven worden aangepast om het gewenste hellingspercentage te verkrijgen.
3. De plaatsing van de goot
Plaats nu de goot in het gootijzer. Let op het gesloten eindstuk op het eerste gootdeel. Afhankelijk van het systeem overlapt u nu alle overige gootelementen volgens de specificaties van de fabrikant of sluit u deze aan op het steeksysteem volgens de instructies.
Als de goot volledig is geïnstalleerd, legt u het bladrooster in de goot. Dit is belangrijk omdat anders de regenpijp later verstopt kan raken.
4. Installeer de regenpijp
Nu u het laatste gootelement met de regenpijpafvoer heeft geplaatst en vastgezet, volgt de regenpijp. Gebruik een waterpas en een krijtlijn om het midden van de afvoer op de huismuur te markeren.
Steek nu de eerste regenpijpbocht (bocht naar de muur) in de afvoer en houd de tweede bocht (bocht vanuit de eerste bocht naar beneden tegen de muur) op afstand van de markering op de muur, hoe ver later de klem uitsteekt (3 tot 5 cm).
Meet nu het stuk regenpijp dat tussen de twee bogen komt. Ongeveer 5 tot 10 cm onder de tweede boog, zet de markering verticaal vanaf de eerste markering om hier het gat voor de eerste klem te boren.
De klemmen worden nu om de 2 à 2,5 m afgesteld. De eerste, middelste en laatste klem zijn vaste klemmen, alle andere zijn losse klemmen. Gebruik bij korte muren alleen vaste klemmen als eerste en laatste klem. Nadat de klemmen zijn geplaatst, legt u de regenpijp neer en schroeft u deze vast.
Tips en trucs
Het verschil tussen losse en vaste beugels is als volgt: de vaste beugels verbinden de regenpijp stevig met de muur. Door de snelspanner kan de regenpijp ook reageren op grote temperatuurverschillen. De regenpijp kan samentrekken en uitzetten.
De regenpijp wordt ofwel naar een riool, een afwateringsschacht of een opvanginrichting geleid.
Het solderen van de goten is waarschijnlijk de technisch meest veeleisende verbindingstechniek bij het aanbrengen van de goot. Uiteraard hebben wij hiervoor ook instructies in het huisjournaal - bijvoorbeeld voor (solderen van zinken dakgoten).