Montage van de goot »Instructies in 6 stappen

Het gootmateriaal hangt af van uw wensen

De primaire taak van een goot is het afvoeren van regen- en smeltwater van daken. Daarnaast worden er geen of zeer hoge eisen gesteld aan de visuele werking van goten.

Materiaal voor dakgoten

  • Koper en messing
  • aluminium
  • Plaatstaal
  • plastic

Verbindingstechnieken voor goten

  • ze zijn aan elkaar gelijmd
  • ze worden in elkaar gezet
  • ze zijn aan elkaar gesoldeerd

De montagehandleiding voor kunststof goten

In onze montagehandleiding verwijzen we naar kunststof goten die kunnen worden ingestoken. In principe worden echter ook de andere twee systemen bevestigd, alleen dat u dan de goten monteert volgens de instructies van de fabrikant en deze vervolgens lijmt of soldeert.

Bevestigingssystemen voor de dakgootijzers

Er zijn ook verschillende bevestigingsmogelijkheden voor de gootstaven. Voor kleinere goten, bijvoorbeeld op garages, carports of tuinhuisjes, zijn er gootijzers die je op langslatten vastschroeft. De hoogte van de los geschroefde gootijzers kan dan worden aangepast om de benodigde helling van de goot te bereiken.

De montage van een goot is altijd hetzelfde

Deze bevestigingstechniek is zeer geschikt voor doe-het-zelvers die tot nu toe niet zoveel handmatige ervaring hebben gehad. In onze montagehandleiding voor een goot beschrijven we de montage van de anders gebruikelijke gootijzers, die praktisch in de daklatten worden gestoken. Ook de installatie van de regenpijp is voor alle aansluitsystemen gelijk.

Stap-voor-stap instructies voor het monteren van een dakgoot

  • Dakgoot systeem
  • Afvoergootstuk voor de regenpijp
  • Goot
  • Hoekpijpen voor de regenpijp
  • Downpipe
  • Vaste en losse klemmen
  • mogelijk bladrooster
  • Schroeven of spijkers voor het gootijzer
  • Beitels
  • hamer
  • Draadloze schroevendraaier
  • fijngetande ijzerzaag (ook met kunststof kanalen)
  • Waterpas
  • Krijtlijn in dubbele gootlengte (totaal)
  • Schildersezel, ladder of steiger
  • Geschikt gereedschap voor goten om te lijmen of te solderen

1. Voorbereiding

Meet de afstand van de overstek van de eerste onderste rij dakpannen tot de eerste daklatten. Deze afstand heb je nodig omdat de goten later ongeveer een derde onder de dakpannen moeten reiken.

Verwijder nu de eerste rij dakpannen (de onderste). Duw ze over de panlatten heen of til de tweede rij dakpannen op en trek ze naar beneden.

2. Installeer het gootijzer

Het eerste gootijzer wordt ter hoogte van de buitendakpannen bevestigd. Maak met een zaag of hamer en beitel een groef in de daklat waarvan de breedte en dikte overeenkomt met de afmetingen van de goot.

De goot moet gelijk liggen met de bovenkant van de panlat, daarna wordt hij vastgeschroefd of vastgemaakt met spijkers. Let op de afstand die de goot straks ongeveer een derde onder de dakpannen komt te liggen. Buig de goot volgens deze afmetingen. Trek nu de krijtlijn uit over de gehele lengte waarover de goot moet komen.

Neem twee keer de krijtlijn. Span de bovenste krijtlijn op het hoogste niveau van het eerste gootijzer, waar je het hebt gebogen. Trek de onderste krijtlijn aan ter hoogte van de booggoot. Verplaats de krijtlijn over de gehele lengte van het dak om het vereiste afschot voor de volgende goot te verkrijgen.

Als vuistregel geldt een helling van 3 tot 7 mm per meter, dus dat is 3 tot 7 cm over een daklengte van 10 meter. Monteer nu de dakgootstaven om de 50 à 100 cm en buig ze volgens de krijtlijn. Zorg ervoor dat de laatste ijzeren goot ook ter hoogte van de dakpan wordt aangebracht.

3. Installeer de goot

Nu kunt u de afzonderlijke gootdelen monteren. De kunststof kanalen zijn met een steekverbinding verbonden. Let hierbij op, maar ook bij het doorsnijden van de goten met gesoldeerde of gelijmde verbindingen, exact de informatie van de gootfabrikant (afgeknipt of overlappend). U kunt een ijzerzaag met fijne tanden gebruiken om de dakgoten zelfs met plastic te zagen.

4. Monteer de regenpijp

Plaats nu de eerste regenpijpbocht op het afvoergootstuk. Plaats de tweede hoekbuis met de hand op de juiste afstand van de muur (4 à 5 cm) en meet nu eventueel de afstand voor de aansluitbuis.

Nu moet je de klemmen en losse klemmen in de muur bevestigen. Afhankelijk van hoe hoog de muur is, zit er een klem aan de bovenzijde (ca. 10 cm na de regenpijpbocht), in het midden en aan het einde van de regenpijp.

Bij een klemafstand van 2 tot 2,5 m en bij hoge huismuren ontstaan ​​de afstanden tussen de losse klemmen. Gebruik bij kleine wanden alleen vaste klemmen aan de boven- en onderkant van de regenpijp en een losse klem in het midden.

5. Het bladrooster

Afhankelijk van welk bladroostersysteem u nu heeft gekozen, plaatst u deze volgens de instructies van de fabrikant in de goot.

6. Scripties

Nu kun je de laatste rij dakpannen die je eerder hebt weggehaald weer terugleggen.

Tips en trucs

Ontbraam gesneden plastic regenpijpen en goten altijd netjes voordat u ze met elkaar verbindt.

U kunt de regenpijp naar een afwateringsschacht, een riool of een regenton leiden. In ieder geval is het bladrooster in de goot belangrijk omdat ook de regenpijp kan verstoppen.

Interessante artikelen...