Het materiaal en de gereedschappen voor het betegelen zijn eersteklas - de rest is vaardigheid en kennis
Tot enkele decennia geleden was het leggen van tegels een uiterst veeleisende klus. Moderne tegellijmen die in een dun bed kunnen worden gelegd, waren er nog niet. Daarom moesten de tegels in een diep bed van cement worden gelegd, wat bijzonder nauwkeurig werk vereiste. Goed tegelgereedschap was ook ronduit duur. Dat is vandaag allemaal veranderd. De focus ligt nu vooral op het voorbereidende werk. De ondergrond en bouwmaterialen kunnen perfect op elkaar worden afgestemd waardoor op verschillende manieren de optimale condities kunnen worden bereikt.
Stap-voor-stap instructies voor het leggen van tegels
- Egaliserend of vloeiend vulmiddel
- Barrière primer
- Primer
- Tegels
- tegellijm
- Tegel kruisen
- Spacer kruist
- Gezamenlijke siliconen
- water
- Boormachine (€ 92,95 bij Amazon *)
- Peddelen
- geschikte boren
- Mortel (€ 7,79 bij Amazon *) emmer
- Troffel
- Getande troffel met middelgrote tanden
- Rubberen hamer
- Papegaaitang
- Tegelsnijder of tegelfrees
- kleine waterpas
- Krijtlijn
- mogelijk hoek of afschuining
- Voegplank of zuigmond (rubber)
- Tegelspons
- Siliconen spuit
- Houten spatel
1. Voorbereidingen voor het leggen van de tegels
Het voorbereidende werk is sterk afhankelijk van de bestaande ondergrond. Er kan een fundamenteel onderscheid worden gemaakt tussen gietvloeren in nieuwbouw en de verschillende vloeren in oude gebouwen.
a) Voorbereidingen voor de nieuwbouw van de dekvloer
Onder de dekvloer bij nieuwbouw ligt al geluidsisolatie en een dampscherm tegen vocht. De omlopende uitzettingsvoeg van de dekvloer kan ook voor de tegels worden gebruikt. Waarschijnlijk is de grootste fout bij het leggen van tegels in nieuwe gebouwen, ze te snel te leggen. De dekvloer moet echt helemaal droog zijn. Bij twijfel dient u het vochtgehalte van de dekvloer te meten voordat u gaat betegelen. Anders moet de dekvloer schoon zijn, d.w.z. geveegd.
b) Voorbereidingen ondergronds van oude gebouwen
De ondergrond kan enorm variëren van oud gebouw tot oud gebouw. Meestal is er een cement- of betonvloer. Als de vloer ruw is, moet u de vloer gladmaken met een betonslijpmachine of deze egaliseren met een zelfnivellerende dekvloer. Ook op de onderste verdiepingen moet rekening gehouden worden met een vochtscherm.
Indien nodig wordt ook contactgeluidisolatie aanbevolen. De eigenschappen van het substraat kunnen ook heel verschillend zijn. U kunt hechtingsbevorderaars en primers gebruiken om te reageren op vloeren die sterk of helemaal niet zuigend zijn en deze zo te optimaliseren voor de tegellijm. Zelfs in oude gebouwen moet de vloer absoluut droog zijn.
2. Plan voor het leggen van tegels alvorens de tegels te leggen
Vloertegels worden in het midden van de kamer gestart om een symmetrisch legpatroon te creëren. Je begint ook midden tussen muren. U kunt de tegels eerst zonder lijm naast elkaar leggen. Je kunt snel bepalen of je begint met één tegel in het midden of met vier tegels in het midden (vloer) of één tegel links en rechts van het midden (muur).
3. Meng de tegellijm
Bereid nu de tegellijm voor volgens de instructies van de fabrikant. Denk eraan dat u de speciale lijmen voor natuursteentegels na de eerste menging enkele minuten moet laten rijpen.
4. Leggen van de tegels
Gebruik nu de getande lijmkam om zoveel vloerbedekking met lijm te bedekken als u in 20 tot 30 minuten kunt verwerken. Kam ook ribbels in de lijm. De buttering-floating-methode verdient in het algemeen de voorkeur. Ook op de achterkant van de tegels breng je tegellijm aan. Kam de ribbels hier over naar die op de vloer.
Leg nu tegel voor tegel in de lijm met ronddraaiende zwembewegingen. Druk de tegels niet helemaal op de vloer. Gebruik voor het behoud van de voegen kruisafstandhouders die zijn aangepast aan de grootte van de tegels. U kunt ook afstandhouders aan de randen gebruiken (knijp ze aan één kant af). Als alternatief kunt u ook afstandswiggen voor de omlopende uitzettingsvoeg gebruiken. De lijm die het in de voegen drukt, moet volledig worden verwijderd.
5. Voegen van de gelegde tegels
Nu kunt u beginnen met het voegen van de gelegde tegels. De voegmortel voor vloertegels kan dunner gemaakt worden zodat u deze met een wisser diagonaal in de voegen kunt duwen. De voegmortel voor wandtegels wordt wat crèmiger gemengd zodat je deze ook diagonaal kunt inwerken met een troffel en voegmiddel.
6. Uitspoelen van de tegelvoegen
Nadat de voeg een beetje is opgedroogd, kunt u beginnen met het uitspoelen. Veeg de voegen weer diagonaal af met een tegelspons of een sponsbord. Op deze manier bereik je een gelijkmatig hoog gewricht. De voeg is voldoende gedroogd wanneer deze niet meer glanst en is mat.
7. De uitzettingsvoeg
Eindelijk kunt u nu de uitzettingsvoeg vullen met siliconen. Sommige tegelzetters injecteren vooraf montageschuim in de voeg, aangezien de siliconen geen directe verbinding met de dekvloer mogen hebben. Verwijder na het injecteren de siliconen met een houten spatel. Maak tot slot de siliconenvoeg glad met uw vinger.
Tips en trucs
Het is belangrijk om diagonaal in de voeg te werken. Alleen op deze manier krijg je een egaal gevulde voeg. Dit is belangrijk omdat er anders verschillende kleurtinten kunnen ontstaan.
Leg altijd eerst de volledige tegels. Knip vervolgens alle tegels die moeten worden bewerkt in één keer uit. Dit bespaart u veel tijd.
U kunt (ook tegels op een houten vloer leggen). In het huisjournaal vind je veel instructies en advies.