Algemene informatie over het leggen van laminaatvloeren
Het is waar dat we keer op keer horen dat parket er eleganter en natuurlijker uitziet dan laminaat. Maar een moderne laminaatvloer is veel robuuster. Als er echter krassen in laminaatvloeren zitten, kunnen deze niet zoals parket worden gerenoveerd. Bovendien mogen laminaatelementen in natte ruimtes zoals badkamers slechts beperkt worden geïnstalleerd, aangezien ze, in tegenstelling tot parkethout, opzwellen als ze nat worden: ze bestaan meestal uit karton.
Maar de laminaatfabrikanten hebben allang gereageerd op het vochtprobleem, zodat er in ieder geval in andere kritieke ruimtes zoals de keuken geen problemen zijn. Het is essentieel om een laminaatvloer te gebruiken die op de juiste manier is geïmpregneerd. Tand- en groefpanelen worden verlijmd, kliksystemen worden meestal gewoon ingeplugd.
Laminaat op vloerverwarming
Het argument dat gelijmd laminaat voetgeluid beter isoleert is niet meer relevant, aangezien naast een damp- en vochtbarrière ook geluidsisolatie onder het laminaat kan worden aangebracht. De enige vraag die overblijft is vloerverwarming. Laminaatvloeren kunnen in principe op vloerverwarming gelegd worden, maar alleen bij temperaturen onder de 26 tot 28 graden.
De fabrikant heeft de specifieke informatie gereed, evenals de algemene goedkeuring van de vloerbedekking voor vloerverwarming. Houd er rekening mee dat elektrische verwarmingssystemen warmer worden dan die met water. Ook moge duidelijk zijn dat de thermische weerstand van het laminaat (WDW) een relatief hoge 0,07 tot 0,15 m2 K / W is en dat de contactgeluidisolatie en dampscherm ook een WDW hebben. Daarom komen sowieso alleen vloerverwarmingssystemen in aanmerking die als bijverwarming dienen.
- Laminaat
- Afstandswiggen
- Damp- en vochtbarrière (PE-folie 0,2 cm)
- Lijm voor de plastic folie
- Impact geluidsisolatie
- Binnen- en buitenhoeken, rozetten voor verwarmingsbuizen
- Plinten
- indien nodig egalisatiespatel
- Lijm (als het laminaat verlijmd moet worden)
- Rubberen hamer en ijzeren hamer medium en zwaar
- Aanslagblok of aanslagblok
- Zaag (verstek- en hakzaag of decoupeerzaag) en verstekbak
- Liniaal of koord, metselaarpotlood, meetlint en duimstok
- IJzer trekken en heffen
- Riemen met spanners en speciale laminaatklemmen
- Boor (€ 92,95 bij Amazon *) met hout en cirkelboren (voor verwarmingsbuizen)
- spatel
- Bezems en stofzuigers
- Laminaatsnijder
- Afschuining
- Laminaatregister
1) voorbereiding
De ondervloer moet volledig droog en schoon zijn. Tapijtresten en dergelijke kunnen met een spatel worden verwijderd. Diepe oneffenheden (3 - 4 mm) moeten worden geëgaliseerd met een egalisatiespatel. De spatel moet dan absoluut volledig uitdrogen. De ondervloer zelf moet worden geveegd en gestofzuigd. Leggen is niet toegestaan op tapijten, maar op verlijmde kunststofvloeren.
2) Leg de dampremmende laag en de contactgeluidsisolatie
De PE-folie wordt eenvoudig uitgerold en moet van de ene strook naar de andere minstens 20 cm overlappen. De stroken zijn bij de overlappingen aan elkaar gelijmd. De uitrolrichting doet er niet toe. Niet zo bij de contactgeluidisolatie, die in de latere lengterichting van de laminaatpanelen wordt gelegd. De afzonderlijke stroken worden tegen elkaar aan gelegd. De vochtbarrière wordt toegepast in ruimtes met koude vloeren.
3) Houd rekening met dilatatievoegen
Laminaat werkt zoals elke houten vloer en wordt daarom ook zwevend gelegd. Bij wanden, pilaren en leidingen moet dus ook rekening gehouden worden met een uitzettingsvoeg. Gebruik hiervoor de afstandhouders en wiggen. De wiggen zitten maar aan één kant. Gebruik de trekstang om de laminaatpanelen vanaf het andere uiteinde tegen de afstandhouders te slaan. Ook al verschilt de afstand aan de vrije zijde lichtjes van paneel tot paneel, dit is oké, want de plint komt later wel. De gaten voor verwarmingsbuizen moeten ongeveer 3 cm breder zijn, deurkozijnen worden op de latere laminaathoogte gezaagd.
4) Het laminaat leggen - het eerste paneel
Bij het eerste laminaatpaneel worden de veren netjes afgesneden en op de muur geplaatst. Uiteraard moet het paneel ook op lengte worden gezaagd. Over het algemeen beginnen professionele vloerleggers altijd aan de linkerkant. Met een hamer, wapenstok en trekstang wordt eerst de eerste rij in de lengte ingeslagen en dan dwars. Vergeet vooraf de afstandswiggen op de wanden niet.
5) Het tweede en alle andere panelen: let op de offset
Markeer de lengte van het laminaatpaneel met een vierkant en een potlood. Bij rechte kamers is het profiel altijd even lang. In dit geval kunt u het profielstuk als offset leggen. De offset moet minimaal 40 cm zijn. De offset verbetert niet alleen het uiterlijk, het maakt het laminaat later ook stabieler. Als de muren scheef staan en de planken anders moeten worden ingekort, moet u rekening houden met de extra benodigde offset. Als je snijrand niet echt schoon is, leg dan altijd de eigenlijke voorkanten achter elkaar in de kamer (de machinaal gesneden uiteinden van het laminaat dat je hebt gekocht). U kunt de offsets echter voor verschillende tijdsperioden neerleggen als u de voorkeur geeft aan een zogenaamde "wilde associatie".
6a) Als je met lijm plakt
Als het laminaat tand en groef heeft, maar geen kliksysteem, smeer de veren dan vanaf de 5e rij royaal in met lijm. De eerste vier panelen worden droog gelegd. Bij het tappen van de panelen mag de lijm een beetje uit de voeg worden gedrukt. Dit zorgt ervoor dat vocht later niet kan binnendringen. Dus nu lijm je drie tot vier rijen, daarna moet je wachten tot de lijm is opgedroogd. U kunt de resterende rijen later in één keer verwerken.
6b) Pure kliksystemen
Volg voor kliksystemen de instructies van de fabrikant. Als een laminaatpaneel in het laatste is vergrendeld, vouwt u het paneel eerst in de lengte en vervolgens dwars. Let goed op mogelijke kanteling en zet ze vast met de rubberen hamer. Anders worden deze hellingen overgedragen naar het volgende paneel.
7) De beruchte laatste vloerplaat
De laatste laminaatplaat is niet zo zwaar als verwacht. Meet de afstand tussen de muur en het voorlaatste paneel op verschillende posities (bijvoorbeeld buiten links, midden, buiten rechts) en breng deze over op de laatste plank met 10 tot 20 mm minder. Met een laminaatlegger kan de afstand nog gemakkelijker op de plaat worden overgedragen - volg de bijbehorende gebruiksaanwijzing.
Tips en trucs
Voor het leggen:
Indien mogelijk dient het laminaat 48 uur bewaard te worden in de ruimte waarin het later gelegd zal worden zodat het kan acclimatiseren (aanpassing aan de gegeven luchtvochtigheid). De luchtvochtigheid mag nooit hoger zijn dan 70 procent.
Legrichting afhankelijk van de lichtinval:
In principe worden laminaat en parket om optische redenen in de lengterichting van de lichtinval gelegd. Als er twee vensters zijn, wordt het grotere of lichtere venster geselecteerd.
Montagerichting volgens de indeling van de ruimte:
altijd over de lange zijde, anders lijkt de ruimte nog langer. Datzelfde geldt natuurlijk voor lange gangen en gangen.
Vochtigheid dekvloer: Bij nieuwbouw moet rekening worden gehouden met het restvocht in de dekvloer. Een CM-meetapparaat geeft duidelijkheid over de vochtwaarden die niet overschreden mogen worden: maximaal 2,0 CM procent voor cementdekvloer (bij vloerverwarming 1,5 CM procent) en maximaal 0,5 CM procent voor anhydriet dekvloer (bij vloerverwarming 0,3 CM procent) Procent). Anders zal de laminaatvloer opzwellen of uitpuilen. De complexere Darr-test is echter nauwkeuriger dan de CM-vochttest. In de meeste gevallen is de te vochtige ondergrond de oorzaak van het zwellen van het laminaat.