Energie- en geleidingswaarden
Bij meerlaags parket dienen de draaglagen geschikt te zijn voor plaatsing op vloerverwarming. Fabrikanten geven deze geschiktheid aan met informatie over thermische weerstand.
Massief houten parket moet gemaakt zijn van hout met een goede warmtegeleiding en mag niet meer dan 22 millimeter dik zijn. Strip- en mozaïekparket met diktes tussen de tien en 15 millimeter zijn ideaal.
Gelijmd parket heeft een significant betere warmtegeleiding dan zwevende vloeren. De energie- en warmtegeleidingswaarden kunnen aanzienlijk worden verbeterd door professioneel geconstrueerde ondergrondse constructies voor zwevend parket.
Opzwellende en afnemende bomen
De "werking" van het hout beschrijft de neiging om uit te zetten als het warm is, te "zwellen" en te krimpen als het koud is, te "krimpen". Aan alle houtsoorten worden vaste zwel- en krimpwaarden toegekend.
Lichtere houtsoorten vertonen over het algemeen een groter zwel- en krimpgedrag dan donkere houtsoorten. Speciale aandacht moet worden besteed aan het selecteren van lichtgekleurde bomen voor plaatsing op vloerverwarming.
Onder de donkere houtsoorten bevinden zich eiken, noten of kersen "rustige" houtsoorten met lage zwel- en krimpwaarden. Beuken en esdoorn “werken” hard en zijn niet geschikt. De meeste tropische houtsoorten zijn geschikt als parket op vloerverwarmingssystemen, bij massief parket verdient sortering met jaarringstructuren de voorkeur boven alle andere kwaliteiten.
Verwarmingstechniek en soort parket
Terwijl vloerverwarming met warm water gemakkelijk verdragen kan worden door het langzaam opwarmen van geschikt parket, zijn verwarmingstechnieken voorzien van elektrische verwarmingsribben ongeschikt voor parket.
Geen enkel hout kan een snelle opwarming verdragen en de temperatuurveranderingen zijn te intens, wat de flexibiliteit om te reageren overbelast. Bij het lijmen moeten draadtrekkende lijmen worden gebruikt, die de vorming van holtes voorkomen. Elke holle punt verlaagt de thermische geleidbaarheid.
Parketsoorten uit losse elementen met een geringe breedte, zoals mozaïek-, lamellair- en strokenparket, zijn beter bestand tegen de warmtetoevoer dan parketplanken of scheepsvloeren.
Tips en trucs
Voor lijmen mogen alleen hoogwaardige producten met het laagst mogelijke gehalte aan oplosmiddelen worden gebruikt. Alvorens de kamer te gebruiken nadat het pas gelegde parket is opgedroogd, moeten er drie tot vijf verwarmingscycli met tussentijdse ventilatie plaatsvinden om eventuele verdamping te minimaliseren.