Achtergrond informatie
Een zorgvuldige planning is in ieder geval de basis voor een succesvolle afdekking. Afhankelijk van de dakhelling moeten twee of drie lagen worden gelegd. Plan ook vooraf hoe u de onderconstructie wilt bouwen - direct op de spanten leggen heeft soms nadelen, de stand van de techniek is tegenwoordig volledige bekisting, het aanbrengen van een dakbaan en tengellatten als achterste ventilatieniveau.
Dit betekent veel inspanning en vereist echte expertise - vooral met daken moet u zonder de juiste ervaring heel voorzichtig zijn, aangezien een lekkend of onjuist bedekt dak de structuur van het gebouw ernstig kan beschadigen. Als u dus niet over de nodige ervaring beschikt, laat u de bekleding met houten dakspanen over aan een gespecialiseerd bedrijf.
Gordelroos en bevestigingsmiddelen
Bij het bevestigingsmateriaal moet u ervoor zorgen dat het van roestvrij staal is en een gegroefde as heeft. U kunt gewoonlijk ongeveer 200 spijkers of grindpinnen per vierkante meter bovenoppervlak verwachten.
U heeft een relatief grote selectie van de houtsoort die voor de shingles wordt gebruikt. De individuele houtsoorten verschillen heel duidelijk van elkaar in termen van weerbestendigheid, hardheid en duurzaamheid.
Zijkanten en onderkant
De zogenaamde dakrandrij van de gordelroos moet hoger zijn dan de andere lagen.
U heeft een relatief grote selectie van de houtsoort die voor de shingles wordt gebruikt. De individuele houtsoorten verschillen heel duidelijk van elkaar in termen van weerbestendigheid, hardheid en duurzaamheid.
Instructies voor het leggen van grind
- Duig pinnen
- Houten gordelroos
- Materiaal voor latten de dakrandrij
- eventueel laterale afsluiting - zogenaamde bermrij
- Klepel bijl
- Zaag voor het op lengte zagen van de gordelroos
- Valbescherming
- Rolmaat
1. Legplan en start met leggen
Voor aanvang van het project dient u een plaatsingsplan gemaakt te hebben, ook de onderconstructie dient reeds geplaatst te zijn. Het begint bij de dakrand. Leg de eerste rij gordelroos langs de rand van de dakrand. Hierop worden de tweede en derde rij shingles verschoven gelegd en op lengte gezaagd zodat de dakrand minimaal twee keer zo dik is.
Als alternatief kunt u ook latten aan de dakrand bevestigen - dan hoeft u de eerste rijen shingles niet op lengte te zagen, maar kunt u ze doorlopend leggen.
2. Nokbekleding
Op de daknok wordt een zogenaamde berm aangebracht. Het dient om ervoor te zorgen dat de daknok aan het einde ook daadwerkelijk strak is. De dakshingles worden over de nok gelegd en aan de ten opzichte van elkaar versprongen rand aan elkaar genageld. In de laatste rij onder de berm moeten de shingles mogelijk op lengte worden gezaagd om de standaard rijafstand van 12,5 cm bij klassieke plaatsing te behouden.
3. Zijsluiting
De shingles moeten altijd met een overstek aan de zijkant van het dak worden gelegd. Om het regenwater gemakkelijker weg te laten lopen, dient de zijkant een zogenaamde waterneus te hebben. Het zijdelings geplaatste deksel is bij de klassieke installatie ook voorzien van een waterneus. Het sluit de dakspaanafdekking zijdelings onder de overstek af.
Tips en trucs
Houten shingles kunnen natuurlijk niet alleen als dakbedekking worden gebruikt, maar ook als gevelbekleding. Hier wordt een vergelijkbare onderconstructie gebruikt, de houten shingles zijn ook bevestigd aan tengellatten.