voorbereiding
Voordat u de muren kunt pleisteren, moet u ze voorbereiden. Het is belangrijk dat de muur droog is. In sommige gevallen moet het worden afgetapt of opgeknapt voordat u het kunt pleisteren. Ook oud, reeds bestaand gips dient te worden verwijderd.
De procedure
Als de muur schoon en droog is, kun je aan de slag. De eerste stap is het bevestigen van hoekprofielen aan bestaande hoeken. Ze houden de pleister op zijn plaats in deze blootgestelde gebieden. Als je wilt, kun je ook gipsprofielen aan de muur bevestigen. Hiermee kun je bepalen hoe dik de pleisterlaag moet zijn. Bevochtig nu de muur en breng een primer aan.
Nu is het de beurt aan het gips. Je roert het in een emmer en brengt de eerste laag aan, de zogenaamde concealed coat. De spuitvoeg is het beste. Het vergt een beetje oefening: je raapt gips op met een troffel en gooit het met je pols tegen de muur. Maak het dan glad. de eerste pleisterlaag moet nu drogen.
Als de eerste laag droog is, breng je de tweede laag pleister aan, de afwerkingspleister. Bevochtig voordat u dit doet de eerste laag. Breng de tweede laag rechtstreeks aan met een troffel, niet met een spuitvoeg. Zodra de muur is gepleisterd, strijkt u deze glad met een schilbord.
Welke pleister is geschikt?
De bouwmarkten staan vol met pleisters van verschillende merken. Al deze pleisters zijn in principe ook te gebruiken voor oude gebouwen. Maar er zijn alternatieve pleisters op basis van kalk of klei. Ze worden steeds populairder omdat ze als zeer gezond en milieuvriendelijk worden beschouwd. Deze natuurlijke pleisters zijn zeker aan te raden voor interieurs. Voor buitenmuren zijn ze echter niet altijd duurzaam genoeg. Als u geen conventionele pleister wilt gebruiken, moet u uitzoeken welke ecologische pleister geschikt is voor de gevel.
Welke gips geschikt is, hangt ook af van de aard van de muur. Over het algemeen moet het uitgeharde gips altijd iets zachter zijn dan het materiaal waarvan de muur is gemaakt.