Lichtbronnen in het oude gebouw
Huizen krijgen hun licht door de ramen. In sommige oude gebouwen zijn de ramen bijzonder groot, vooral in de herenhuizen uit het wilhelminische tijdperk. Ook deze appartementsgebouwen hebben hoge plafonds. De niet zo grootse oude gebouwen van het land, maar ook vakwerkhuizen daarentegen, hebben meestal vrij kleine ramen en lagere plafonds. Bij de verlichting is het belangrijk om beide typen oude gebouwen correct te ontwerpen.
Verlichting in hoge ruimtes
Als de verlichting in een hoge kamer direct aan het plafond zit, reikt het licht niet zo ver naar beneden dat de kamer goed verlicht is. In hoogte verstelbare hanglampen zijn daarom ideaal voor in de eetkamer. Je kunt ze indien nodig naar beneden trekken en dan tijdens het eten samen in de lichtstraal zitten. Bovendien vormen laaghangende lampen een soort vals plafond. Bij lamplicht wordt alleen het onderste deel van de kamer verlicht, waardoor het er lager en gezelliger uitziet.
Een verticale structurering van hoge wanden kan bereikt worden met staande lampen of wandlampen. De muur wordt gedeeld door de lichtbronnen en oogt niet zo hoog en glad als hij in werkelijkheid is.
Verlichting in lage kamers
Je kunt huizen met lage plafonds neerzetten om ze groter en groter te laten lijken. Gebruik voor lage plafonds geen hangende lampen, maar lampen die dicht bij het plafond zijn bevestigd, die de neiging hebben om het licht te verspreiden. Hierdoor wordt een zo groot mogelijke ruimte verlicht. Lampen die het plafond verlichten of donkere balken zijn ook niet slecht.
Problemen met de kabels?
In tegenstelling tot de nieuwbouw, waarin u vanaf het begin een royale verlichting en de daarbij behorende kabelgeleiding zelf kunt plannen, is het oude gebouw vrij spaarzaam voorzien van kabels. Als je meer kabels nodig hebt voor plafondverlichting, kun je werken met vrijhangende plafondkabels als designelement. Gebruik anders lampen die werken in combinatie met stopcontacten.