Vijf algemene groepen methoden
Er zijn verschillende technische benaderingen voor het snijden van schroefdraad in plaatstaal. De volgende algemene methodologische groepen kunnen worden onderscheiden:
- Boor direct in met een draadafsnijder
- Perforeer het onderdeel met schroefdraad
- Klink het onderdeel met schroefdraad vast
- Las op het onderdeel met schroefdraad
- Lijm op het onderdeel met schroefdraad
Flow boren
Bij flowboren wordt een conisch boorhulpstuk gebruikt om direct in het plaatwerk te boren. Het in het gat verplaatste materiaal "puft" aan de randen op en vormt een bobbel. Dit is waar de draad snijdt. Eenzijdige toegang is voldoende.
Sla in moeder
Toegang tot het materiaal aan beide zijden is vereist om de ponsmoer met druk in het plaatwerk te drijven. Een ponskraag rond de draad ponst het doorlopende gat zelf.
Blinde klinknagels
Voor blindklinknagelen moet een geschikt gat worden voorgeboord. De cilindrische blindklinknagel met binnendraad wordt door het gat gedreven of gestoten. Eenzijdig klinken is mogelijk. Klinkmoeren voorzien van vleugels kunnen bij werkstuktoegang aan beide zijden met klinknagels worden vastgezet. Het bevestigingsprincipe van de ponsmoer is ook verkrijgbaar als blindklinkmoer, waarvoor wel een gat moet worden voorgeboord.
Las op moer
Na het boren van een geschikt gat wordt een zeskantmoer aan de achterkant van het plaatwerk gesoldeerd of gelast. Speciaal gevormde moeren vergroten het aanbod. Er zijn vleugelvormige lasmoeren met twee zogenaamde lasnokken.
Lijm inzetstukken met schroefdraad of moeren
Voor draden die niet te zwaar worden belast, kan het onderdeel met schroefdraad worden vastgelijmd in plaats van solderen of lassen. Naast lasmoeren met vleugels en lasnokken zijn er ook draadbussen van kunststof zoals polycarbonaat verkrijgbaar. Toegang tot het werkstuk van beide kanten is vereist.
Draad inzetstukken
Naast de schroefdraadmontage die rechtstreeks op het plaatwerk wordt uitgevoerd, is er een grote keuze aan schroefdraadinzetstukken die in gaten worden "geschroefd". Zelf snijdende en zelfsluitende modellen vergemakkelijken de montage.
tips en trucs
Wanneer u draden in plaatstaal snijdt, moet u ten minste drie, bij voorkeur vier tot vijf draden kunnen maken. Als de spoed van de schroefdraad niet voldoende is voor de bestaande plaatdikte, moet u werken met onderdelen met schroefdraad.
