Minimale dikte dekvloer - hier moet u op letten!

Desalniettemin specificeert DIN 18560 ook zogenaamde minimale nominale dikten voor de afzonderlijke constructietypen. Deze minimumdikte is gestandaardiseerd en mag voor de betreffende constructiemethode niet worden onderschreden; bij hogere oppervlaktebelastingen dan gebruikelijk vereist DIN ook een overeenkomstige verhoging van de dekvloerdikte.

Druksterkte en buigsterkte

De DIN regelt in principe de installatiedikte van de dekvloer op basis van druksterkte en buigsterkte, maar de hardheidsklassen gespecificeerd in DIN 13813 worden hier als normatief gebruikt. Ze zijn van toepassing op belastingen die verticaal optreden en zijn minder dan 2 kN per vierkante meter.

De minimale nominale dikten voor zwevende dekvloeren en verwarmde dekvloeren

Zwevende dekvloeren en verwarmde dekvloeren, zoals gebruikelijk in woonruimtes, moeten de volgende minimale nominale dikten hebben volgens DIN 18560:

Calciumsulfaat vloeiende dekvloer dient minimaal 35 mm dik te zijn in hardheidsklasse F4, in hardheidsklassen vanaf F5 is een minimale dekvloer dikte van 30 mm voldoende. Calciumsulfaatdekvloer daarentegen moet minimaal 45 mm dik zijn in hardheidsklasse F4, 40 mm in klasse F5 en 35 mm in klasse F7. Gietasfaltdekvloer in hardheid IC10 moet minimaal 25 mm dik zijn. Voor cementdekvloeren bedraagt ​​de minimale nominale dikte in hardheidsklasse F4 45 mm, in klasse F5 minimaal 40 mm.

Bij vloerverwarmingssystemen waarbij de leidingen in de dekvloer liggen, moet ook de vereiste bedekkingshoogte van de verwarmingsbuizen in acht worden genomen. Hierbij wordt de minimale nominale dikte overschreden. Bij calciumsulfaat- en cementdekvloeren dienen de leidingen minimaal 45 mm te zijn afgedekt in hardheidsklasse F4; in hogere hardheidsklassen is 30 mm ook toegestaan. Voor gietasfaltdekvloeren is de minimale buisbedekkingshoogte 25 mm, maar hier is alleen sterkteklasse IC10 toegestaan.

Nominale diktes voor verlijmde en glijdende dekvloeren

Er is geen minimum maar een maximum nominale dikte in de DIN norm voor samengestelde dekvloeren, namelijk 50 mm, gietasfalt dekvloeren mogen niet meer dan 40 mm dik zijn. Voor dekvloeren op een scheidingslaag geldt echter een minimale hoogte, namelijk 30 mm voor calciumsulfaat dekvloeren, 45 mm voor cementdekvloeren en 25 mm voor gietasfalt dekvloeren.

Interessante artikelen...