Bijgevoegd paneel
Een trapbekleding van laminaat bestaat uit op maat gesneden vellen materiaal die door middel van verbindingsstrips in elkaar worden gezet. De treden zijn verlijmbaar, terwijl de stootborden in de meeste systemen vaak een losse bekleding van de trap vertegenwoordigen.
Uitstekende opstapranden zijn meestal bedekt met een laminaatvloer en de stootbord loopt verticaal naar beneden aan de voorkant van de opstap. De resulterende holtes achter de riserbekleding en de oude riser worden bevestigd met afstandhouders. Een verbindingsstrip met insteekopeningen in een hoek van 90 graden vormt de voorkant van elke trede.
Insteeksysteem met of zonder uitsteeksel
Als u uw trap wilt moderniseren en laminaat als nieuwe trapbekleding wilt kiezen, zult u bij het leggen vaak aan het sleutelen aan de trap moeten denken. De afzonderlijke stukken worden op insteekborden gesneden en in elkaar gezet.
Indien een uitstekende opstaprand en een verdiepingsstootbord moeten blijven om een groter opstapoppervlak te verkrijgen, dienen als randbekleding L-vormige eindstrippen te worden aangebracht. Bij dit type constructie moeten zowel treden als stootborden worden gelijmd. De afwerkingsstroken kunnen worden gemaakt met behulp van twee verbindingsstroken van individuele laminaatstroken. Rechthoekige laminaathoeken zijn ook beschikbaar als geprefabriceerde onderdelen, hoewel er vaak grote hoeveelheden afval te verwachten zijn.
Slijtageklasse
Wie kiest voor een laminaat trapbekleding, moet rekening houden met de slijtvastheid van het product. De treden moeten minimaal tot de slijtageklasse AC2 behoren voor gemiddelde gebruiksintensiteit. Bij drukbezochte trappen die zo vaak als gang of gang worden gebruikt, worden trappen van laminaat met klasse AC3 aanbevolen.
Hetzelfde laminaat kan vaak in verschillende slijtklassen worden gekocht, zodat de verticale stootborden om kostenredenen ook van AC1 kunnen worden gemaakt.
tips en trucs
Laminaat is erg gevoelig voor vocht en u dient dit materiaal niet te kiezen als trapbekleding op trappen bij in- en uitgangen en met hoge verkeersbelasting door natte schoenzolen.
