Traditionele bouwmethoden
In de middeleeuwen waren er twee verschillende, wijdverbreide constructiemethoden: enerzijds de kolomconstructie, de oudere vorm, en anderzijds de frameconstructie, die als een verdere ontwikkeling kan worden gezien.
Standbouw in de middeleeuwen
Palen worden gebruikt om het volledige gewicht van het gebouw te dragen. Ze strekken zich uit van de funderingsplaat tot het dak en zijn doorlopend.
Postconstructie en nokconstructie
De voorloper van de postconstructie is de zogenaamde postconstructie, die nog in delen van prehistorische huizen te vinden is. Alle tribunes zijn hier tot een meter diep in de grond begraven.
Latere ontwikkelingen lieten alleen de nokstandaard in de grond zakken, de andere standaarden bleven boven de grond om te voorkomen dat het gebouw instortte door rottende balken in de grond. Nokconstructies zijn de eerste vakwerkhuizen.
Vakwerkhuizen in postconstructie
Later zijn er diverse verbindingen tussen de palen (stands) toegevoegd:
- Drempels of balken (verticale balken)
- hellende steunen (stut of zwaard)
- Ondersteunt onder een hoek van 45 ° (zogenaamde banden)
Hierdoor is het huisontwerp stabieler geworden en kan de constructie ook zwaarder worden belast. De standbouw kon zelfs worden gedemonteerd en weer in elkaar gezet. Dit gebeurt nog steeds om op verschillende plaatsen historische vakwerkhuizen op te bouwen - bijvoorbeeld in een openluchtmuseum - waar ze beter bewaard kunnen worden.
Platform constructie
Pas later werden de tribunes vervangen door verdiepingshoge steunen. Tussen de verdiepingen werden platformen getrokken. Deze constructie is het modernste type kolomconstructie.
Skeleton constructie
Frameconstructie vindt tegenwoordig voornamelijk plaats op het gebied van staalconstructie en constructie van gewapend beton. Uiteraard kan een frameconstructie ook gebaseerd zijn op een houten frame.
Het skelet hoeft niet per se vierkante velden te vormen. Een bouwwijze vergelijkbaar met de platformconstructie voor spanten is goed mogelijk.
De vorm van het skelet wordt altijd bepaald door de statische krachten. Omdat de ingezette panelen of wandelementen geen enkele dragende functie vervullen, is een bijzonder zorgvuldige constructie van het draagframe vereist.
Constructiemethoden
Bij houtskeletbouw kan onderscheid gemaakt worden tussen verschillende bouwmethodes:
- houten frameconstructie uit één stuk
- meerdelige houtskeletbouw
- Rib constructie
De eendelige skeletconstructie is vooral te danken aan het gunstige materiaalverbruik, maar het nadeel is dat de aansluithoogte voor de binnen- en buitenwanden niet gelijk is. Als de balken worden ondersteund, is er ook een relatief hoge plafondconstructie.
Bij meerdelige houtskeletbouw kunnen lage bouwhoogtes worden bereikt, maar in sommige gevallen is de maatvoering moeilijker.
Een constructie met meerdere verdiepingen, de zogenaamde ribbenconstructie, is bouwfysisch gunstiger:
- de statica zijn goedkoper - goedkopere bouwkosten, snellere bouwvoortgang - optimaal omdat platforms als werkplatforms kunnen dienen
Architectueel ontwerp
De eenvoudige constructie uit één stuk is vooral populair bij bijzondere architectonisch bijzonder indrukwekkende projecten. Een houten frameconstructie kan bijvoorbeeld volledig worden beglaasd. Dit maakt een lichtdoorlatend, zonnig en transparant gebouw mogelijk.