Dekvloerkwaliteit met vloeiende dekvloer »Waar u op moet letten

Samenstelling van de dekvloer

De samenstelling van vloeiende dekvloeren is fundamenteel voor de kwaliteit van de afgewerkte dekvloer.

Voor het recept mogen alleen goedgekeurde grondstoffen worden gebruikt. Bij cementgebonden vloeiende dekvloeren gelden de eisen van DIN EN 197 en DIN 1164. Bovendien kunnen ook door de bouwautoriteiten goedgekeurde cementen worden gebruikt.

Er moet voor worden gezorgd dat de afzonderlijke componenten de door de voorschriften vereiste eigenschappen hebben. Vooral bij vloeiende dekvloeren moet de kwaliteit van de afzonderlijke componenten ook bijzonder gelijkwaardig zijn om goede kwaliteitseigenschappen te garanderen.

Ondergrondse test

Het oppervlak mag alleen bepaalde afwijkingen in de vlakheid vertonen. Als bepaalde tolerantiewaarden, die in DIN 18202 zijn gespecificeerd, worden overschreden, moet een onderconstructie worden aangebracht.

Voor de kwaliteit is het daarom cruciaal dat ook het substraat de juiste consistentie heeft.

Vooraf plannen

De technische regels schrijven voor dat de vereiste kwaliteit van de vloeiende dekvloer vooraf exact moet worden gespecificeerd. Dit omvat de volgende kwaliteits- of eigendomsinformatie:

  • het type dekvloer (CT voor cementgebonden dekvloeren, CA voor calciumsulfaat dekvloeren, …)
  • de druksterkteklasse
  • de buigsterkteklasse
  • de slijtvastheidsklasse (alleen voor industriële dekvloeren)
  • de nominale dikte (d.w.z. de dikte van de dekvloerlaag)

De dekvloeropbouw dient vooraf bepaald te worden. Er zijn bepaalde minimumvereisten voor de nominale dikte, die alleen onder nauwkeurig gedefinieerde omstandigheden mag worden onderschreden.

Aanpassing van de elasticiteitsmodulus

De elasticiteitsmodulus van de dekvloer moet altijd kleiner zijn dan die van het ondersteunende beton. Om de elasticiteitsmodulus dienovereenkomstig te regelen, kan bijvoorbeeld kunstharsdispersie worden toegevoegd.

Isolatielaag

De isolatielaag moet ook voldoen aan bepaalde minimumvereisten, die kunnen variëren naargelang de dekvloer verwarmd of onverwarmd is.

Verwarmingstijden

Als er vloerverwarming is, moet een zeer specifiek verwarmingsplan worden gevolgd. De afzonderlijke verwarmingsniveaus met de betreffende aanvoertemperatuur worden vastgelegd, evenals de verwarmingstijd. Aan deze eisen moet ook worden voldaan, omdat er anders geen gereedheid is om op het beoogde tijdstip te bedekken.

Onderzoek naar de bereidheid tot bedekking

Een zogenaamde CM-meting kan bepalen of een dekvloer klaar is om te bedekken. Deze meting moet worden uitgevoerd. Het type implementatie en bemonstering staat vast.

Indien een dekvloer op het voorziene tijdstip niet klaar is om te worden bekleed, dient de dekvloerinstallateur een bepaalde procedure te volgen (melden dat er niet gebouwd wordt, enz.).

Interessante artikelen...