Toepassingsgebied van de verordening
De 1e federale verordening immissiecontrole (1e BImSchV) is van toepassing op zogenaamde "kleine en middelgrote verbrandingssystemen". Het bevat alle toepasselijke uitlaatgasgrenswaarden waarbinnen verbrandingssystemen kunnen worden gebruikt, maar ook enkele algemene voorschriften voor het gebruik.
Individuele voorschriften zijn verschillend voor apparaten met een nominaal vermogen van minder dan 15 kW en hoger. Hiermee moet in elk individueel geval rekening worden gehouden. Bij alle houtvergassers zijn de prestatiegegevens van het apparaat te vinden in de documentatie van de fabrikant.
Uitlaatgaswaarden en minimale efficiëntieniveaus
De federale verordening inzake immissiecontrole voorziet in een verlaging van de maximaal toegestane uitlaatgaswaarden in twee fasen. De tweede fase gaat in op 1 januari 2017, maar is dan alleen van toepassing op apparaten die vanaf dit moment nieuw zijn geïnstalleerd. Voor eerder geïnstalleerde apparaten gelden de grenswaarden van niveau 1 nog steeds.
De grenswaarden hebben betrekking op de volgende gebieden:
- de uitstoot van koolmonoxide
- de uitstoot van fijn stof
- de minimale efficiëntie van een systeem
Systemen die niet aan de geldende grenswaarden voldoen, moeten ofwel achteraf met filters worden uitgerust, ofwel na het verstrijken van een overgangsperiode buiten bedrijf worden gesteld.
Waar de installatie van een filter noodzakelijk is, zijn kosten van rond de 200 à 500 euro te verwachten. Deze kosten moet u zelf dragen.
Overgangsperioden
Voor alle oudere systemen zijn vrij gematigde overgangsperioden gepland. Veel cv-ketels kunnen dus nog een tijdje draaien. Het achteraf aanbrengen van het filter is alleen nodig als uiterlijk op 31 december 2014 niet is aangetoond dat aan de grenswaarden wordt voldaan.
Als alternatief kan de ketel in plaats van achteraf worden vervangen door een verwarmingselement met een lagere uitstoot. De schoorsteenveger bepaalt voor individuele systemen wanneer de overgangsperiode afloopt.
Oude verwarmingssystemen voor 1994
Voor oude verwarmingssystemen die voor 1994 zijn gebouwd, liep de overgangsperiode af op 1 januari 2015. Dit heeft in de regel echter geen invloed op houtvergassingsinstallaties.
Nieuwe grenswaarden vanaf 2017
Vanaf 2017 gelden ook nieuwe grenswaarden voor houtvergassers - namelijk: maximale stofblootstelling van 20 mg / m³ door fijn stof, koolmonoxide maximaal 400 mg / m³ in het uitlaatgas na aftrek van het waterstofvochtigheid.
Iedereen die voor 1 januari 2017 een nieuw systeem installeert, blijft - tot het einde van de levensduur van de ketel - onderworpen aan de grenswaarden van niveau 1. Het lijkt dus aan te raden om de ketel binnen twee jaar te vervangen als er problemen zouden kunnen zijn met de grenswaarden.
Regeling van bufferopslag
De 1e BImSchV specificeert ook een buffertank voor houtvergassers. De grootte van de buffertank moet minimaal 12 liter per liter brandstofvulruimte zijn, of een inhoud van minimaal 55 liter per kW nominaal vermogen.
Deze waarden gelden alleen voor systemen met een vermogen van 15 kW of meer. Na de introductie van de tweede fase van het BImschV zullen ze in dezelfde vorm blijven solliciteren.
