Grondwaterpeil en putdiepte
De eerste stap bij het plannen van een put is het bepalen van een locatie en het bepalen van de benodigde putdiepte. Hiervoor moet het waterschap worden geraadpleegd, dat de grondwaterspiegel kent en hoe deze stijgt en daalt in de loop van de seizoenen. Bij het verzamelen van de informatie kan de verplichte registratie van de put worden gedaan.
Afhankelijk van de diepte van het grondwater wordt besloten of een “normale” put voldoende is of dat er een diepe put geboord moet worden. Een putboring met een opvoerhoogte van negen of meer meter wordt een diepe put genoemd. De eisen aan de constructieve uitvoering nemen toe met de diepte van de put.
Industrieel en drinkwater
Elke put die is geboord en geboord heeft een vergunning nodig. Als onderdeel van de vergunningplicht moet ook worden bepaald of het opgepompte water als proces- en drinkwater moet worden gebruikt. Specifieke informatie over:
- Exclusief of extra drinkwatervoorziening
- Aantal mensen dat het drinkwater gaat gebruiken
- Geschatte jaarlijkse output
- Het eten wordt bereid met het drinkwater
- Als het bronwater wordt doorgegeven aan derden
- Komt er afvalwater voor en hoe wordt het geloosd?
- Bepaling van de kwaliteit van het water
- Bodemmonsters vanwege aanwezige verontreinigende stoffen
Schappe of elektrische boorput
Het boren van een put kan met de hand of met behulp van een gehuurde putboor met elektrische aandrijving. Een boorinstallatie wordt sterk aanbevolen voor het boren van een diepe put. Bij het boren met de hand wordt een statief met kabellier en katrol over het boorgat gemonteerd.
Met een handboor, de zogenaamde Schappe, wordt in de watervoerende laag aarde geboord. Het T-vormige gereedschap wordt in het boorgat geschroefd en moet, net als een putboor, na een paar draaien steeds weer uitgetrokken worden en in de spiraal van de aarde worden bevrijd. In de handleiding voor een boorput wordt na het bereiken van de benodigde boordiepte de stalen basisbuis met de gekartelde onderrand geplaatst.
Dompel de basisbuis in en laat deze zakken
Na het boren en de ingestoken stalen buis vindt de centrale "verovering" van de grond plaats door de put te spatten. De buisplunjer moet met een lichte zwaai heen en weer in het boorgat worden bewogen, zodat hij de daarin aanwezige aarde "opslokt". Een sluitflap aan de onderzijde van de plunjer voorkomt dat de inhoud weer ontsnapt. Als de plunjer vol is, wordt deze uit het boorgat getrokken en geleegd.
Bij elke grondverwijdering in het boorgat zakt de stalen buis door zijn eigen gewicht dieper. Afhankelijk van de hoogte boven de grond moet bij het bereiken van een hoogte van circa een meter boven de grond een nieuw stuk buis worden vastgeschroefd. Het laten zakken van de basispijp kan worden ondersteund met roterende bewegingen, bijvoorbeeld met een grote pijptang of een "Engelse pond".
Procedure voor het verstoren van stenen
Klassieke problemen met pluche komen voort uit de uitvoering zelf en uit storende onderdelen in de vloer. Pluche vereist een "gevoel" voor de functie van het vullen van een buis met aarde. Het momentum van de individuele op- en neergaande bewegingen moet zo worden gekozen dat de klep voldoende tijd heeft om te sluiten wanneer de Pluncher omhoog gaat zonder dat de "ingesloten" grond er weer uit glijdt.
In de grond liggen verschillende weerstanden op de loer die het boren kunnen belemmeren of zelfs onmogelijk kunnen maken. Stenen in de grond voorkomen dat de basisbuis verder wegzakt. Idealiter passen de stenen in de Plunscher en kunnen ze door de aarde worden opgenomen. Dit maakt het echter vaak moeilijker om de plunjerklep te sluiten, aangezien het gewicht van de steen kan leiden tot een vertraagde of onvolledige sluiting.
Als er stenen in de grond zijn die de diameter van de plunjer bereiken of overschrijden, kunt u proberen de steen te "verplaatsen" door ze meerdere keren te plaatsen. Bij onhandelbare stenen kan met de hoogst mogelijke snelheid een smash in het boorgat worden gegooid. Hij kan de steen verpletteren of verplaatsen. Als deze procedure niet succesvol is, moet de put worden afgebroken en ergens anders worden hervat.
Prik de kleilaag door
Als er een kleilaag in de grond verschijnt, moet een "postboor" worden gebruikt. De klei wordt "weggeboord" met de schep die in de basisbuis past en de basisbuis wordt met roterende bewegingen gelijkmatig dieper ingeschroefd. Het gebruik van de Schappe wordt erg moeilijk wanneer de kleilaag erg diep in het boorgat lijkt, omdat de krachtoverbrenging van de boorbeweging afneemt en enorm veel kracht vereist.
tips en trucs
Voordat u zelf een put boort, moet u informatie uit de ervaringsrapporten van andere doe-het-zelvers zoeken en deze vergelijken met de omstandigheden van uw project. Besteed bijzondere aandacht aan de aard van de bodem.