Geschikte ijzeren onderdelen
In principe kunnen alle gecorrodeerde ijzerdelen elektrolytisch worden ontroest. Het is belangrijk dat er nog een stabiele ijzeren kern is. Het ijzeren werkstuk mag nog niet volledig doorgeroest zijn. Anders zou het tijdens elektrolyse uiteenvallen. Het maakt niet uit of de onderdelen van smeedijzer, gietijzer of staal zijn gemaakt.
Ook archeologische vondsten kunnen op deze manier voorzichtig worden ontroerd. Gecorrodeerd ijzer moet altijd licht vochtig worden gehouden totdat het is geroest, bijvoorbeeld in een vochtige doek.
Een punt moet glanzend gepolijst worden zodat er voldoende contact is. Op dit punt is een draad bevestigd, die met vernis moet worden bedekt (deze mag geen contact hebben met de elektrolyt).
voorbereiding
Zorg ervoor dat u het juiste materiaal gebruikt. Voor elektrolyse zijn een geschikte tank en de juiste elektrolyt vereist. Er zijn zowel sterke als zwakke elektrolyten. Hoe sterker de elektrolyt, hoe sterker de geleidbaarheid en hoe beter de roestverwijdering.
De sterkte van de elektrolyt geeft de zogenaamde dissociatiegraad aan. Veel anorganische basen, zoals natriumhydroxide, zijn sterke elektrolyten. Soda is ook geschikt om te ontroesten, maar het rendement is dan lager.
Bovendien moet een overeenkomstig krachtige stroombron beschikbaar zijn. Hoe groter het ijzeren deel, hoe hoger de stroomsterkte moet zijn. Voor kleine onderdelen is 1-2 ampère van een voeding voldoende; voor grotere ijzeren onderdelen moet de stroom hoger zijn.
executie
Het ijzeren deel is verbonden met de kathode (negatieve pool) van de stroombron. Als anode kan een onderdeel van VA-staal worden gebruikt, dat idealiter een oppervlak heeft dat ongeveer gelijk is aan het ijzeren onderdeel. Het is verbonden met de positieve pool van de stroombron.
Zodra beide onderdelen in de elektrolyt zitten en de stroom vloeit, begint het verwijderen van roest van het ijzeren onderdeel. Sterkere elektrolyten en hogere stromen (tot 20 ampère) verkorten de roestverwijderingstijd.
tips en trucs
De door u gebruikte voedingseenheid moet zo veel mogelijk instelbaar en kortsluitvast zijn. Dit voorkomt overladen van de stroombron.