Wasmachine & wasmiddel »Wat gaat waar in?

Efficiënt wassen begint bij het laden van de wasmachine

Het is natuurlijk voor iedereen duidelijk dat vuile was in de trommel gaat. Maar de problemen beginnen met de hoeveelheid wasgoed. Voor een optimaal wasresultaat dient de wasmachine optimaal gevuld te zijn, d.w.z. met het door de fabrikant aangegeven maximum. De wasmachine mag in geen geval te vol worden geladen, omdat het wasgoed dan niet meer goed schoon is. Hier leggen we uit wat er kan gebeuren als de wasmachine te vol zit.

Dosering wasmiddel

Maar terwijl het laden van de wasmachine nog relatief eenvoudig is - hij is optimaal gevuld als er ongeveer een handbreedte (staande) lucht in de losjes gevulde trommel zit, vormt het doseren van wasmiddel een grotere uitdaging. Zonder iemand te willen beledigen, maar veel huisvrouwen zelf doseren en vullen het wasmiddel niet verkeerd, maar niet optimaal.

Om dit te doen, is het echter belangrijk om eerst de drie compartimenten te kennen die in het wasmiddelbakje verborgen zijn:

  • Wasmiddelbakje voor voorwas (meestal gemarkeerd met een Romeinse I)
  • Wasmiddelvak voor hoofdwas (meestal gemarkeerd met een Roman II)
  • Vakje voor wasverzachter zonder afvoer (vaak met bloemsymbool)

Het wasmiddelbakje voor de voorwas

Nog maar een paar decennia geleden waren wasmiddelen veel minder effectief dan nu. Vooral hoge temperaturen waren nodig en het wasgoed moest worden voorbewerkt - via de voorwas. De oppervlakteactieve stoffen van moderne wasmiddelen zijn echter buitengewoon effectief. Zelfs hoge wastemperaturen (95 graden Celsius) zijn niet meer nodig. Dit betekent dat u het wasmiddelbakje voor de voorwas volledig kunt negeren.

Het wasmiddelvak voor de hoofdwas

Dosering precies zoals aanbevolen door de fabrikant. Te weinig wasmiddel is net zo erg als te veel wasmiddel. Omdat hier niet "beter meer dan te weinig" is. Integendeel: de tensiden lossen niet volledig op en u krijgt te maken met wasmiddelresten in uw wasgoed.

Direct in het wasgoed of in het wasmiddelbakje?

U moet ook het wasmiddelvak voor de hoofdwas verwaarlozen. Bij veel wasmiddelen sijpelt tot 10 procent van het wasmiddel in de afvoerslang en de afvoerpomp - ongebruikt. Sommige machines hebben sloten, maar niet alle. Het wasmiddel plakt ook de wasmiddellade aan elkaar.

Zeker bij voorkeur in de trommel

Je moet de container en de inlaat regelmatig schoonmaken. Als u dit niet doet, kunnen bacteriën en schimmelsporen het gevolg zijn, omdat deze zich voeden met de wasmiddelresten. Het is daarom volkomen logisch om het wasmiddel rechtstreeks in de trommel te doen. Hiervoor zijn er wasmiddelballen, maar je kunt ook een oude kous gebruiken. Ook in winkels vind je zogenaamde eco-tassen.

Wasverzachtervak ​​zonder afvoer

Het vakje zonder afvoer is voor de wasverzachter. Als het tijd is voor de wasverzachter, wordt deze gewoon uit het bakje gespoeld. Het is niet aan te raden de wasverzachter direct in het wasgoed te doen, omdat het wasgoed dan vaak merkbaar zeepachtig wordt. Als alternatief kunt u hier ook een wasbal gebruiken, die de wasverzachter langzaam afgeeft.

Wasverzachters schuimen alleen uw wasgoed

U moet het gebruik van wasverzachters echter fundamenteel heroverwegen. Want het wasgoed wordt niet alleen zeepachtig als je de wasverzachter direct in de trommel doet. Deze "zeepachtige" is precies het werkingsprincipe van een wasverzachter.

Wasverzachters zijn niet bepaald een zegen

Hiervoor zijn kationogene oppervlakteactieve stoffen, die aan de vezels hechten, verantwoordelijk. Je hebt vast wel eens een volledig ingezeept washandje gezien. Het is ook extreem zacht. Om deze reden. Maar heel weinig mensen weten dat ze hun wasgoed met wasverzachter inzepen.

Dit heeft echter tal van nadelen:

  • de wasverzachter is na het wassen permanent in contact met de huid (allergieën)
  • constant contact kan kankerverwekkend zijn
  • het effect van wasmiddelen wordt de volgende keer dat u wast verminderd
  • Vezels kunnen slechts ongeveer tweederde minder water opnemen

Gebruik van wasverzachters: hoger verbruik van wasmiddel

Anionogene oppervlakteactieve stoffen worden aangetroffen in wasmiddelen. Deze worden afgebroken en verbruikt volgens de hoeveelheid vuil. Als het wasgoed eenmaal verzacht is, neemt het waspoeder ook de taak over om de wasverzachter uit het wasgoed te wassen. Hiervoor wordt een groot deel van de aanwezige oppervlakteactieve stoffen gebruikt (verspild) en is niet meer beschikbaar voor het eigenlijke reinigingsproces.

Vloeibaar wasmiddel of waspoeder

Welk wasmiddel moet nu worden gebruikt - de meningen zijn hier sterk gepolariseerd. In feite zijn vloeibare wasmiddelen erger. Ze vormen een slijmerige laag in de inlaat van het wasmiddeldoseerbakje. Ze bevatten ook minder effectieve oppervlakteactieve stoffen, omdat deze alleen in poedervorm verkrijgbaar zijn.

Uitzonderingen: wasmachines met een jetsysteem

Ook al zou je bij voorkeur waspoeder moeten gebruiken om vloeibaar wasmiddel te vermijden, dit is logisch met een bepaalde wasmachinetechniek. Het gaat om het door Zanussi ontwikkelde jetsysteem met een tweede afvoerpomp. Waspoeder heeft de neiging vast te zitten in de tweede pomp en leidt tot snellere slijtage. Maar dit geldt alleen voor jetsystemen!

tips en trucs

Wasverzachters worden alleen gebruikt omdat het wasgoed na het drogen zo hard kan zijn. Deze stijfheid van de textielvezels kan snel worden geëlimineerd. Dit komt voor wanneer stukken wasgoed roerloos aan de lijn worden gedroogd. Schud je wasgoed na het drogen krachtig - zoals veel grootmoeders hebben gedaan - en het wasgoed wordt net zo zacht en donzig als met wasverzachter.

Er kan echter ook een harde vezel ontstaan ​​uit kalk. Als u zeer nat wasgoed aan de lijn droogt, zullen de bestanddelen van het water zich in het wasgoed nestelen. Als je in een gebied woont met erg hard water, kun je dit probleem voorkomen door azijn in de wasmachine te gebruiken. Voor het wassen hoeft u alleen maar twee doppen azijn in het wasverzachtervak ​​te doen. Azijn heeft ook een antibacteriële werking.

Interessante artikelen...