Verwarmingswaterbehandeling »Dat is wat telt

Interactie tussen water en verwarmingssysteem

Verwarmingssystemen bestaan ​​uit verschillende materialen waarmee water in contact komt. Deze materialen kunnen reageren met water. Bij kleine verwarmingssystemen is het probleem nog relatief groter. Ter vergelijking: hier worden nog meer materialen gebruikt dan in grote systemen, en in tegenstelling tot grote systemen worden ze niet bewaakt.

Materialen die in contact komen met water kunnen zijn:

  • Kunststoffen
  • IJzermaterialen (ook gegalvaniseerd ijzer en roestvrij staal)
  • koper
  • aluminium
  • Legeringen

Water eigenschappen

De hardheid van het water speelt een belangrijke rol in het verwarmingssysteem. Bij een hoge pH-waarde kan hard water kalkaanslag vormen.

Omgekeerd kan zelfs zacht water, als de hardheidsgraad erg laag is, een corrosief effect hebben op bepaalde metalen. Maar dit is niet bij alle materialen te vrezen. Bovendien wordt koolzuur verdreven wanneer het water wordt verwarmd, wat betekent dat de agressieve eigenschappen van zacht water in verwarmingssystemen praktisch ondoelmatig zijn.

De mineralisatie van het water is het grootste probleem bij de waterbehandeling, daarom wordt er bij verwarmingssystemen onderscheid gemaakt in het gebruik van

  • zout, maar kalkvrij water
  • zoutvrij water (volledig gedemineraliseerd, volledig gedemineraliseerd water)
  • zoutarm (gedeeltelijk ontzilt)

Welk type water voor welk systeem wordt gebruikt, is een kwestie van vooraf plannen. Niet alle systemen zijn op de lange termijn echt geschikt voor alle bedrijfsmodi (zout, zoutarm, zoutvrij), ook al is theoretisch alles mogelijk.

Controleerbaarheid van technische waterkwaliteit

Als de technische kwaliteit van het water eenmaal is bepaald, moet ook worden bekeken in hoeverre deze waterkwaliteit op lange termijn kan worden gehandhaafd. Veranderingen in eigenschappen zijn niet uit te sluiten voor de perioden dat water in verwarmingssystemen blijft staan.

De eigenschappen van het water moeten daarom zo worden gekozen dat onvoorziene veranderingen zo min mogelijk impact hebben. Deze omvatten bijvoorbeeld de verhoogde gasoplosbaarheid van het water wanneer het verwarmingssysteem voor langere tijd uitgeschakeld is, of het aanvullen van ongeconditioneerd water.

Voor een hoge waterstabiliteit zijn licht alkalische pH-waarden het beste; er zijn ook enkele andere maatregelen die ook kunnen helpen om de waterkwaliteit stabiel te houden, zelfs tegen veranderingen.

Dit is vooral problematisch bij gedeïoniseerd water, dat vanwege het hoge gasoplossend vermogen op lange termijn niet stabiel kan zijn. Het moet constant worden gecontroleerd. Bij grote systemen is dit geen probleem, wel bij kleine systemen. Er is hier slechts één monitoringaanbeveling. Andere soorten water zijn daarentegen inherent veel stabieler.

tips en trucs

De eenvoudigste manier om het probleem aan te pakken, is door slechts een paar soorten materiaal samen te gebruiken. Ze zouden samen moeten gaan. Het gebruikte water moet dan na de eerste verhitting een pH-waarde van 8 hebben en ook onthard zijn, behalve aluminium. Het systeem moet altijd gasdicht zijn en constant onder druk staan.

Interessante artikelen...