Voordat het ventilatiesysteem kan worden ingesteld
Allereerst is het belangrijk dat de instellingen voor de toevoerlucht en de afvoerlucht overeenkomen met het ventilatieplan, dat wil zeggen dat u de twee luchtstromen instelt volgens de waarden die zijn gespecificeerd in het ventilatieplan. Als de instelling is gemaakt met extreem koude buitenlucht, kan het zijn dat de warmtewisselaar eerst moet worden ontdooid voordat de luchtstromen kunnen worden ingesteld. Tijdens de installatie van het systeem zal de installatiewizard u echter informeren of deze ontdooicyclus nog loopt. In dat geval moet u wachten tot de configuratie is voltooid.
Stel de verhouding tussen toevoerlucht en afvoerlucht correct in
Afhankelijk van het model worden de ventilatiestroominstellingen gemaakt onder de speciale instellingen, waar je ook de basisventilatorinstellingen vindt. De toevoerlucht en de afvoerlucht zijn procentueel in te stellen. De instellingen worden meestal in procenten gemaakt. De waarden moeten worden ingesteld als de maximale luchtstromen van de kleppen.
Verdere instellingen op het ventilatiesysteem
Onder de instellingen vindt u nog enkele instelmogelijkheden voor verschillende componenten van het systeem, bijvoorbeeld de volgende:
- het ventilatorvermogen van het ventilatiesysteem
- Instellingen van de sensoren
- enkele instellingen over het ontdooiproces
- Configuratienummer van de ventilatie-unit
- Opslaan en resetten van de instellingen
- Instellingen op de Modbus (aansluiting op een domoticasysteem)
Het onderhoudsmenu van het ventilatiesysteem
Afhankelijk van de versie heeft het systeem een onderhoudsmenu waarmee verschillende instellingen gemaakt kunnen worden, zoals de zojuist genoemde of enkele zelftests. U kunt het apparaat bijvoorbeeld in testmodus laten draaien en een logboek weergeven als er fouten in het systeem zijn opgetreden. U kunt ook beginnen met het ontdooien van de warmtewisselaar via het onderhoudsmenu. Vergeet echter niet om het apparaat terug te schakelen naar de normale bedrijfsmodus als u eerder de testmodus heeft gebruikt.
Na een stroomstoring
Niet alle instellingen worden automatisch opgeslagen. Daarom kan het gebeuren dat u na een stroomstoring een aantal instellingen opnieuw moet maken. In dit geval gebruikt de ventilatie-unit normaal gesproken de instellingen die zijn gemaakt bij de eerste installatie van het systeem.