Wat zijn de regels?
Of en hoe een kachelpijp door het plafond kan worden geleid, is per deelstaat verschillend geregeld. Als u zoiets van plan bent, kunt u het beste aan de schoorsteenveger in de wijk vragen hoe dit wettelijk mogelijk is. Het belangrijkste criterium is namelijk brandbeveiliging.
Leid de buis door het plafond
Voordat u goedkeuring kunt krijgen en aan het werk kunt, moet u de structuur van het houten plafond controleren. Heeft u te maken met een houten balkenplafond of een verlaagd plafond onder een betonnen plafond? In het eerste geval is de doorbraak simpelweg het zagen van een voldoende groot gat met de decoupeerzaag. Heeft u een mengsel van beton en hout, verwijder dan eerst de houtbekleding op de daarvoor bestemde plaats en zaag het gat in het plafond met een betonzaag of boormachine.
Brandbeschermingsmaatregelen
Een van de belangrijkste criteria voor brandbeveiliging is de afstand tussen de kachelpijp en het plafond. De buis mag geen direct contact hebben met het hout. Er zijn speciale plafonddoorvoeren voor de buis om een geschikte afstand te garanderen. Ze zijn gemaakt van onbrandbaar materiaal. Het gat dat u in het plafond snijdt, moet groot genoeg zijn om de plafonddoorvoer te kunnen installeren.
Een plafonddoorvoer is echter niet voldoende voor een brandbaar plafond, aangezien de warmte ver uitstraalt. Daarnaast moet je brandbeveiliging rondom de plafonddoorvoer aanbrengen en er tegelijkertijd voor zorgen dat de warmte niet kan verspreiden tussen de houten bekleding en beton, of tussen het houten plafond en de vloerbedekking erboven. De verantwoordelijke schoorsteenveger kan u hier ook adviseren, hij weet ook of in uw specifieke geval een geïsoleerde of dubbelwandige kachelpijp nodig is.
Een esthetisch probleem ligt in het integreren van de brandbeveiliging en de plafonddoorvoer in het houten plafond. Mogelijke oplossingen zijn bekleding van niet-brandbaar materiaal, die weliswaar opvalt ten opzichte van het houten plafond, maar niet storend werkt.