Hoe monteer je een wastafelmengkraan?
Wil je een kraan op een wastafel monteren, dan moet je voor de bestaande wateraansluiting eerst het juiste type kraan hebben:
- Voor normale dubbele aansluiting: hogedrukkoppeling
- Voor eenvoudige koudwateraansluiting en boiler: lagedrukarmatuur
Monteer de hogedrukfitting
Een normale hogedrukarmatuur kan heel eenvoudig worden aangesloten. Dit type armatuur heeft slechts twee aansluitslangen die rechtstreeks op de koud- en warmwateraansluitingen komen. Ze zijn meestal blauw of rood gemarkeerd, afhankelijk van de temperatuur.
Eerst draai je de aansluitslangen in de fitting aan de onderzijde, evenals de draadstangen om de fitting in het wastafelgat te bevestigen. Hierover wordt meestal een sierring gelegd. Als je de fitting met de slangen in het gat hebt gelaten, plaats je de rubberen ring en de ring van onderen over de draadstangen en draai je deze vast met de bijbehorende lange moeren. Sluit vervolgens de aansluitslangen aan op de koud- en warmwateraansluitingen.
Monteer de lagedrukfitting
Bij een (link u = lagedrukventiel-hoe het werkt) lagedrukventiel moet ook een ketel worden geïnstalleerd waarvoor dit type klep is gemaakt.
Ook hier moeten de bijbehorende aansluitslangen eerst van onderaf in de fitting worden geschroefd. Hier zijn er drie in plaats van slechts twee: de doorgaans ongemarkeerde slang komt naar de afzonderlijke hoekstopkraan en voert het koude verse water uit de buis. De blauw gemarkeerde koudwaterslang wordt gebruikt om koud water van de fitting naar de ketel af te voeren (aansluiting bij de ketelinlaat) om het daar opgeslagen warme water door passieve verplaatsing naar de fitting te leiden bij het aftappen van warm water. Ten slotte is er een rood gemarkeerde slang voor de warmwatervoorziening naar de fitting (aansluiting op de boileruitlaat).
Ga bij het bevestigen van de fitting te werk zoals hierboven beschreven voor de hogedrukfitting. In plaats van draadstangen hebben sommige fittingen ook grote wartelmoeren voor bevestiging van onderaf aan de wastafel.
Bij de inbedrijfstelling van de ketel moet je er alsnog voor zorgen dat je hem na het aansluiten ontlucht en pas op het einde inschakelt.
