Prestaties van individuele kookplaten
Zowel bij de oude gietijzeren kachel als bij de moderne keramische kachels hebben de individuele kookplaten verschillende capaciteiten. In de meeste gevallen is er altijd:
- een zogenaamde "snelkoker" met een bijzonder hoog vermogen (meestal rond de 2,5 - 3 kW)
- een zogenaamde "spaarkookplaat" met laag vermogen (meestal rond de 1 kW)
- twee kookplaten die qua vermogen ongeveer in het midden zitten (meestal rond de 1,5 - 1,8 kW)
Met name bij keramische kookplaten zijn de prestatiespecificaties echter vaak gecompliceerder, omdat er extra gebieden (buitenringen) zijn die kunnen worden geactiveerd voor een enkele of meerdere kookplaten om ze zo nauwkeurig mogelijk aan te passen aan de potmaten.
Invloed van de regelgeving
De opgegeven prestatiewaarden zijn natuurlijk alleen van toepassing bij volledige belasting, d.w.z. wanneer de kookplaat of gietijzeren plaat op maximaal vermogen draait. Als je de output verlaagt, neemt ook het stroomverbruik af.
Het aandeel van het maximaal verbruikte vermogen bij individuele instellingen kan variëren, maar vaak wordt het zogenaamde zeventaktcircuit gebruikt, waarbij drie verschillende verwarmingselementen verschillend met elkaar zijn verbonden.
- Level 1 ongeveer 10% van de maximale output
- Level 4 ongeveer 60% van de maximale output
- Level 7 ongeveer 100% van de maximale output
Afhankelijk van het kachelmodel kunnen er ook andere klokken en andere gradaties zijn. Er zijn vooral verschillen met geklokte verwarming van de platen of temperatuurgestuurde platen (zoals bij bepaalde instellingen voor inductiekookplaten).
tips en trucs
Om elektriciteit te besparen tijdens het koken, moet u altijd koken met de deksel erop, de restwarmte zo vaak mogelijk gebruiken en pannen gebruiken die zo precies mogelijk op de kookplaat passen. Het heeft geen zin om de “spaarplaat” te gebruiken, aangezien door de langere verwarmingstijd dezelfde hoeveelheid elektriciteit wordt verbruikt.