Vocht en nattigheid
Bij kunstharsvernis is, net als bij elke andere verftoepassing, een droog oppervlak een voorwaarde voor hechting, droging en uitharding. Daarom moet, vooral bij hout, voor volledige droogheid worden gezorgd. Bij het aanbrengen van kunstharsverf op metselwerk of beton moet rekening worden gehouden met het mogelijke metselvochtigheid, vooral bij nieuwbouw.
Tijdens de verwerking moet de luchtvochtigheid in de omgevingslucht tussen de vijftig en zestig procent liggen. Controle met een hygrometer, bijvoorbeeld geïntegreerd in een weerstation, is altijd de moeite waard. Voor het schilderen moeten indien mogelijk stabiele weersomstandigheden worden gekozen. Het opzetten van een luchtontvochtiger kan helpen in ruimtes met een verhoogde vochtontwikkeling, zoals kelders.
Buitentemperaturen
De fabrikanten van kunstharsverven geven de ideale verwerkingstemperaturen aan. Ze komen overeen met de meest gunstige droogtemperaturen en moeten ongeveer stabiel worden gehouden. De ideale verwerkings- en droogtemperaturen zijn doorgaans 18 tot 22 graden Celsius. Vermijd het in gang zetten en versnellen van het droogproces door kunstmatige verwarming, omdat anders scheuren en spanningen in de verf ontstaan.
Luchtcirculatie
Een centrale vereiste voor het uithardingsproces, dat parallel aan het drogen plaatsvindt, is de toevoer van zuurstof. Vooral binnenshuis kan een kunsthars vaak niet of slechts zeer langzaam uitharden omdat er onvoldoende luchtcirculatie is. Als deuren bijvoorbeeld worden geverfd, is het het beste om ze op schragen te zetten en te schilderen en ze te laten drogen op een goed geventileerde plaats zoals een garage, carport of schuilplaats.
Ontbrekend aggregaat
Kunstharsverven bevatten meestal een speciaal droogmiddel, een zogenaamd siccatief. Bij speciale mengsels worden de siccatieven vaak eerst toegevoegd en niet automatisch in de beginverf opgenomen. Als je er niet bent, zal de harsverf niet kunnen drogen.
tips en trucs
Als u geverfde oppervlakken binnenshuis moet drogen, zorg dan voor een regelmatige luchtverversing door middel van intermitterende ventilatie. Als richtlijn kun je de ventilatie-eis gebruiken die ook voor menselijke bewoners vereist is.