Differentiatie van schroeven
Bij schroeven moet onderscheid worden gemaakt tussen conische en cilindrische schroefdraad. Conische schroeven snijden zelf de vereiste passende schroefdraad in het materiaal waarin ze worden gedraaid. Daarentegen hebben cilindrische en metrische schroefdraden bijvoorbeeld een bijpassende schroefdraad nodig.
Manieren om schroeven vast te zetten
Veel onderdelen die met schroeven zijn verbonden, bewegen. Ze trillen, worden geschud enz. Hierdoor verliest een conventioneel ingedraaide schroef na verloop van tijd zijn voorspanning en wordt hij losser. Daarom zijn bijna alle schroeven geborgd. Er zijn verschillende manieren om te beveiligen:
- Borgring
- Kasteelmoeren
- Borgmoeren
- Stop met noten
- Schroefbevestiging (chemisch)
Borgring om vast te zetten
De borgring is het conventionele schroefslot. Het is een hardmetalen vee dat als een veer naar boven is gebogen. Het wordt tussen de ring en de schroefkop of moer geplaatst. De uit elkaar gebogen ring wordt samengedrukt en zorgt voor spanning.
Hierdoor is de schroefverbinding beter beveiligd tegen losraken. Er zijn ook schroeven die aan een onderkant van de schroefkop plat zijn en waarvan de onderkant ruw of gekarteld is. Dit dient ook alleen om te "bijten" in de schroef in de ondergrond.
Kasteelmoeren
Bij kroonmoeren moet er een gat in de schroefdraad van de schroef zitten. De noot heeft een kroonachtige structuur en holtes. Bij het bevestigen wordt de kroonmoer in het gebied van het gat gedraaid. Vervolgens wordt de splitpen door de ruimte tussen de kroonpennen en het gat in de draad geduwd en aan de andere kant uit elkaar gebogen om hem vast te zetten.
Zekeringen om in te slaan
Er zijn ook draden met een uitsparing. Hier worden moeren die eruitzien als stopmoeren (met aan één kant een sluitring) vastgeschroefd. De ring wordt vervolgens met een pons of beitel in de uitsparing van de schroefdraad gedreven, waardoor de schroefverbinding wordt geborgd. Stopmoeren hebben ook een ring. Deze kan alleen met een steeksleutel over de schroefdraad worden gedraaid en borgt de schroefverbinding door de hier opgewekte hoge spanningsdruk.
Tegen schroeven
Voor het vergrendelen zijn twee moeren nodig. Dus het uitsteeksel van de schroef moet dienovereenkomstig zijn. Eerst wordt de eerste moer op de conventionele manier vastgeschroefd en vastgedraaid. Mogelijk moet een aanhaalmoment in acht worden genomen.
Vervolgens wordt de tweede moer erop geschroefd en ook stevig vastgeschroefd op de eerste moer. Als de schroefdraden beweegbaar zijn, worden de twee moeren samen vastgedraaid. Ze kunnen dus niet meer op de draad worden gedraaid.
tips en trucs
Een schroefbevestiging kan ook worden toegepast daar waar schroeven meestal niet opnieuw geopend hoeven te worden (of alleen in uitzonderlijke situaties). Volg de link naar onze gids en leer er meer over.
