De verschillende vullingen werken op muren binnenshuis
Muren vullen is waarschijnlijk een van de meest klassieke doe-het-zelfklussen. Tenminste als het gaat om het vullen van geboorde gaten of scheuren. Maar ook het opvullen van muurscheuren en sleuven voor water- en elektrische installaties is een werk dat altijd nodig is. Dan is er het vullen van gipskartonwanden. Zelfs tegelwanden en tegelspiegels kunnen worden gevuld als de oude tegels niet meer aantrekkelijk zijn. Alle vulwerkzaamheden hebben gemeen dat het binnenshuis wordt uitgevoerd.
Binnenvullers zijn meestal gipsvullers
Er is ook een verschil tussen de gebruikte egalisatiemassa en de buitenruimte. Aan de buitenkant worden egalisatiemiddelen op cementbasis gebruikt, aan de binnenkant bouwmaterialen die gips bevatten. Anders kan de vulstof worden gedifferentieerd op basis van zijn fijnheid. Er zijn ook verfijnde egalisatiemiddelen. Dit zijn egalisatiemiddelen die met kunststof zijn bekleed. Hoe hoger de kwaliteit van deze coating, hoe duurder de plamuur zal zijn, maar deze plamuur is ook kwalitatief uitstekend. De vulstof voor vochtige ruimtes kan een bijzondere positie innemen.
Stap-voor-stap instructies voor het plamuren van muren
- Egalisatiemiddel, afhankelijk van de toepassing
- mogelijk hechtingsbevorderaar
- Verstevigingsmateriaal (afhankelijk van de toepassing)
- Rand- of hoekprofielen (afhankelijk van de toepassing)
- water
- Gips beker
- Boor (€ 92,95 bij Amazon *) met roerwerk
- Mortel (€ 7,79 bij Amazon *) emmer
- Troffel (egaliseerspaan), afhankelijk van de toepassing
- Kwast
1. Voorbereiding voor het vullen van de muren
Eerst dient u de te vullen muur stofvrij te reinigen met een bezem. Dan kunt u het te vullen oppervlak ook licht bevochtigen om eventueel stof beter te binden.
Afhankelijk van de ondergrond kan het zijn dat u eerst een hechtingsbevorderaar moet aanbrengen. Op oude tegels is het bijvoorbeeld absoluut noodzakelijk om ze dienovereenkomstig voor te behandelen, omdat het tegeloppervlak de spatel op de lange termijn niet voldoende houvast kan geven.
2. Mengen van het vulmiddel
Nu kunt u het vulmiddel mengen. Ongeacht of u een kleine gipsbeker gebruikt (voor het vullen van gaten ed) of de plamuur in de mortelemmer mengt (bijvoorbeeld bij het vullen van gipskartonwanden), vul eerst het water bij. Laat vervolgens het vulmiddel in het water druppelen totdat de container zich net onder het wateroppervlak bevindt. Als je de massa gelijkmatig roert, krijg je een gladde vulling.
3. Opvullen van muren
Voor voegen zoals die tussen twee gipskartonplaten, trekt u de spatel over de voeg met een troffel of strijkspaan over de voeg. Stel je dus voor dat de voeg echt helemaal gevuld is met plamuur. Om gaten te vullen, kunt u ze met gips opvullen met een conventionele spatel.
Als je hele wanden fijn wilt vullen, kun je de plamuur eerst ongeacht de bewegingsrichting aanbrengen. Om de laatste keer glad te maken, trekt u de aangebrachte spatel in cirkelvormige bewegingen (in een halve cirkel) van boven naar beneden of van onder naar boven.
4. Aansluitwerkzaamheden na het vullen van de wanden
Nadat u de gevulde wanden volledig heeft uitgehard, kunt u beginnen met de volgende werkzaamheden, bijvoorbeeld het schuren van de gevulde wanden.
Tips en trucs
Gips trekt water aan. Gebruik daarom geschikte egalisatiemiddelen in vochtige ruimtes zoals badkamers. Heeft u een pleisterplamuur aangebracht, dan moet u een barrièreprimer aanbrengen.
Bij het vullen van gipskartonwanden verstevigingsstrips in grote voegen aanbrengen. Deze bestaan deels uit cellulose of glasvezelmateriaal.
Als het vulmiddel langzaam hard wordt, moet u stoppen met het gebruik van dit vulmiddel. Vanaf nu ontstaan er kleine klontjes waarmee je groeven in de reeds aangebrachte filler zou maken.
Als u plamuur relatief dik moet aanbrengen, breng dan in meerdere bewerkingsstappen zo dun mogelijke lagen aan. Dit voorkomt het insluiten van lucht, wat kan leiden tot de vorming van bellen. Bovendien zal plamuur die te dik wordt aangebracht, snel scheuren.