Oorzaken van het knipperen
Als een spaarlamp kort knippert of zwak brandt wanneer deze is uitgeschakeld, kan dit verschillende oorzaken hebben.
De grondoorzaak is dat er een (zeer zwakke) spanning is die de condensator van de spaarlamp na verloop van tijd oplaadt. Als de lading op de condensator gedurende langere tijd zo groot is dat de lamp zwak probeert te starten. Dit wordt ook wel "capacitieve koppeling" genoemd.
Aangezien de lamp echter UIT is en er geen stroom meer is, blijft de startpoging niet succesvol. Maar het is zichtbaar als een zwakke gloed of flitsen in de lamp.
De reden voor deze zwakte kan zijn:
- een glimlicht (verlichte schakelaar)
- de UIT-stand van de lamp heeft niet voldoende hoge weerstand
- de lamp staat onder spanning als de stroomschakelaar nul breekt
Gloeiend licht en omschakelaar
Bij verlichte schakelaars (zogenaamde glimlichtschakelaars) staat de schakelaar uit, maar heeft stroom nodig voor de ingebouwde glimlamp (schakelaarverlichting). Deze zeer lage stroomsterkte is voldoende om de condensator in de loop van de tijd op te laden totdat hij probeert te starten (er staat spanning op de lamp omdat het glimlampje stroom nodig heeft om op te lichten).
Bij tweewegschakelingen kan het voorkomen dat er een schakeling (zogenaamde "Hamburger-schakeling") is gemaakt met de nulleider aangesloten, in dit geval treedt een soortgelijk effect op.
UIT circuit te weinig hoge weerstand
Dit kan in individuele gevallen het geval zijn. In principe kan dit worden verholpen door simpelweg een hoogohmige weerstand parallel aan de lamp te solderen. Doe dit echter niet zelf, maar laat dergelijke werkzaamheden altijd uitvoeren door een gekwalificeerde specialist.
Aan / uit-schakelaar onderbreekt nul
Dit is ook een veel voorkomend probleem. In dit geval moet echter de werkelijke oorzaak nader worden onderzocht en moeten de circuits ook af en toe worden gecontroleerd. Laat de professional het doen.
tips en trucs
Als je een lamp op een stopcontact hebt aangesloten, kun je gewoon proberen de stekker andersom in te steken. Dit moet voorkomen dat de hoofdschakelaar spanning op de condensator zet in geval van nulonderbreking.