Waar en hoe te drogen
Het komt steeds weer voor dat na een lang en liefdevol ontwerp van aardewerkvoorwerpen, scheuren en scheuren verschijnen tijdens het drogen. Het risico blijft zelfs bestaan als er bij het begin van een bakproces te veel restwater in de klei zit. Als buffer dient een soort verlengd droogprogramma te worden gebruikt, vergelijkbaar met bakken van klei.
Als richtlijn kan worden uitgegaan van een droogtijd van minimaal een week voor klei zonder bakken. Geschikte droge omstandigheden en locaties zijn:
- Vochtige en koele kelderruimtes
- Beschermhoes van kunststof (taartbescherming)
- Absorberende onderlaag (gipsplaat, textiel)
- Parkeerplaatsen met geringe diepgang
- Kamers met stabiele vochtigheids- en temperatuurwaarden
Regelmatige dagelijkse controles en het verwijderen van "zweterig" water op het oppervlak en de binnenkant van de beschermhoes zijn belangrijk. Om de gelijkmatigheid van het drogen te ondersteunen, moet het object meerdere keren worden gedraaid.
Als het voorwerp van klei op een plat oppervlak ligt, helpen kleine "voetjes" van bijvoorbeeld hout. Door het "opvijzelen" gaat het drogen aan de onderzijde die op deze manier geventileerd zijn, door.
Controleer de voortgang van het drogen
Er zijn bedieningselementen om de voortgang van het drogen te controleren. Zolang de klei koeler is dan de omgevingstemperatuur, is deze nog niet droog. Verdamping zorgt voor kou. Bij objecten met dikke muren en een oppervlak dat later niet zichtbaar is, kan met een puntig voorwerp een kleine kras in de klei gemaakt worden. Het afbrokkelende materiaal moet stofdroog druppelen.
Drogen alvorens te bakken
Wanneer het rauwe of bisque-bakken nodig is, moet ongeveer twee procent restvocht uit de gedroogde klei worden verwijderd. Voor het opwarmen tot de uiteindelijke baktemperatuur moet een droogprogramma worden uitgevoerd. Het moet tussen de zes en acht uur langzaam worden opgewarmd tot een "ingangstemperatuur" van 140 graden Celsius. Vervolgens wordt de brandmodus ingeschakeld.
tips en trucs
Hun natuurlijke materiaal klei reageert gevoelig op allerlei extremen totdat de brand heeft plaatsgevonden, zoals het versnellen van het proces door warmte toe te voegen, ongunstige "willekeurige" effecten zoals zonnestraling, sterke schommelingen in kamertemperatuur en kamervochtigheid en tocht.