Vier soorten roestvrij staal
Bij de fabricage van roestvast staal ontstaan vier productiegroepen, die allemaal roestvrij zijn maar in verschillende mate corrosiebestendig zijn. De typen zijn onderverdeeld in de volgende typen:
- Austenitische roestvaste staalsoorten
- Martensitische roestvaste staalsoorten
- Ferritisch roestvast staal
- Austenitisch-ferritisch roestvast staal
Austenitische roestvaste staalsoorten
De austenitische soorten hebben een koolstofgehalte van minder dan 0,1 procent. Hoge verhoudingen chroom en nikkel zorgen voor passivering, waardoor corrosiebestendigheid ontstaat. De lage thermische geleidbaarheid is een van de belangrijkste fysische eigenschappen. Austenitische roestvaste staalsoorten worden zelden gelast en komen voornamelijk voor als afzonderlijke componenten.
Martensitische roestvaste staalsoorten
Vanwege hun koolstofgehalte van meer dan 0,1 procent zijn magnetiseerbare martensitische roestvaste staalsoorten erg hard. De hoge stabiliteit wordt betaald door een verhoogde gevoeligheid voor scheuren, wat kan leiden tot scheuren. Ze zijn ook zelden of helemaal niet gelast en worden voornamelijk gebruikt voor aandrijfonderdelen en zijn niet magnetiseerbaar.
Ferritisch roestvast staal
De ijzerhoudende ferritische roestvaste staalsoorten met minder dan 0,1 procent koolstof zijn magnetiseerbaar, lasbaar en kunnen niet worden gehard. Legeringen die geschikt zijn voor inductie zijn gevoeliger voor corrosie en putcorrosie. De kwaliteit is een van de goedkoopste van alle staalsoorten.
Austenitisch-ferritisch roestvast staal
De gecombineerde austenitisch-ferritische roestvaste staalsoorten, ook wel duplexstaal genoemd, behoren tot de hoogste kwaliteit en duurste soorten roestvast staal. Deze legering combineert de voordelen van beide "werelden" in de productietechnologie en heeft het hoogste chroomgehalte van alle soorten legeringen, namelijk meer dan twintig procent.
Materiaalgroepen en verschillen in chemische samenstelling
Roestvaste staalsoorten worden ook onderverdeeld in zogenaamde materiaalgroepen, die hun precieze toepassingen en soorten toepassingen definiëren. De vijfcijferige nummers beginnen met een en elk nummer krijgt de exacte chemische samenstelling van de legering in de vorm van een formule toegewezen. V2A roestvast staal behoort tot de materiaalgroep 1.4301 met de formule X5CrNi18-10, V4A roestvast staal behoort tot groep 1.4401 met de formule X5CrNiMo17-12-2.
tips en trucs
Alleen hooggelegeerde roestvaste staalsoorten kunnen roestvrij zijn, aangezien het aandeel van hun legeringspartner meer dan vijf procent bedraagt. Het chroomgehalte moet meer dan tien procent zijn om roestvrij te zijn.