Veel voorkomende problemen
Druk verandert
Vaak ontstaat er verwarring dat de druk binnen de vloerverwarming niet constant is. Dit is in principe volledig natuurlijk, omdat water uitzet wanneer het wordt verwarmd.
In een gesloten verwarmingscircuit stijgt de druk op natuurlijke wijze wanneer het verwarmingsmedium (water) tijdens de warmteontwikkeling in volume toeneemt. Als het water na verloop van tijd weer afkoelt, daalt de druk weer naarmate het volume van het water afneemt.
Het fluctuatiebereik kan verschillen. Dat hangt helemaal af van het ontwerp van de vloerverwarming en of het een primair of secundair circuit is.
Bijvullen met waterdrukverandering
De belangrijkste vragen die hier opkomen zijn:
- Wanneer moet ik water bijvullen, hoe herken ik het (drukverandering in een bepaald gebied)
- Hoeveel water moet ik bijvullen?
- Wanneer moet ik bloeden?
- Hoe vaak moet ik bloeden en water bijvullen?
Er is geen algemeen antwoord op deze vragen. Het hangt af van de instellingen en standaardwaarden voor de waterdruk van het betreffende systeem. Octrooirecepten en duimlagers en vergelijkingen met andere systemen in andere huizen helpen hier niet.
Hydraulische balancering
Zoals bij alle verwarmingssystemen, moet de verwarmingstechnicus veel berekeningen maken voordat de vloerverwarming wordt geïnstalleerd.
In de meeste gevallen is het moeilijk om oudere systemen te “herberekenen” waar dit werd verwaarloosd. Men kan alleen bij benadering berekenen en systematisch te werk gaan om individuele waarden te bepalen.
Verschillen tussen vloerverwarming en radiatorverwarming
Het bepalen van de druk is moeilijker bij vloerverwarming. Bij radiatorverwarming is het de verst verwijderde radiator die het maximale drukverschil nodig heeft.
Bij vloerverwarming is echter het grootste drukverschil vereist waar een vloeroppervlak het grootste vermogen vereist. Dit blijkt ook uit de berekeningen van de verwarmingsbehoefte van de afzonderlijke kamers.
Daarnaast spelen nog andere factoren
een rol bij het gewenste rendement van de vloerverwarming:
- de grootte en het ontwerp van de kamer
- de vloerbedekking
- het oppervlak waarop de vloerverwarming zich in de betreffende ruimte bevindt
- Eventuele bestaande thermostaatregelingen (individuele ruimteregeling)
- de respectievelijke volumestromen
De volumestromen van alle verwarmingscircuits die op de betreffende warmteverdeler zijn aangesloten, worden bepaald en resulteren samen in de totale volumestroom voor de gehele verwarmde ruimte.
Het drukverlies in een individuele ruimte kan vervolgens worden berekend door de grootte van de verwarmingsspiraal te vermenigvuldigen met de specifieke druk en de specifieke pijplengte. Dit resulteert dan in de respectievelijke vooringestelde waarden op de verwarmingsverdeler, mits de afmetingen van alle verwarmingscomponenten geschikt zijn (drukverschilregelaar moet correct gedimensioneerd zijn).
tips en trucs
De juiste instelling van de verwarming, de drukken en de aanvoertemperatuur heeft een doorslaggevende invloed op het energieverbruik. Een optimale regeling kan alleen al op de verwarmingsoppervlakken tot 21% verwarmingsenergie besparen. Daarnaast zijn er de besparingen door het optimale ontwerp van de warmtegenerator. Overleg daarom met uw vakbedrijf en laat de instellingen regelmatig controleren en leg uit welke druk waar moet worden uitgeoefend.