Opvullen voor oppervlaktecompensatie »De technieken in één oogopslag

Wandoppervlakken

Afhankelijk van welke muurbekleding moet worden aangebracht, moeten wanden min of meer vlak en vlak zijn. Om de kwaliteit van de wandopbouw bindend vast te stellen is er een uniforme indeling in zogenaamde kwaliteitsklassen:

  • Kwaliteitsklasse Q1 wordt gebruikt voor wanden die alleen grof vlak zijn gemaakt, voldoende voor bijvoorbeeld later bepleistering
  • Kwaliteitsklasse Q2 wordt gebruikt wanneer muren vlak genoeg zijn om bijvoorbeeld op te schilderen
  • Kwaliteitsklassen Q3 en Q4 geven een wandafwerking aan die hoge visuele eisen stelt of waarop behangen moet worden.

De kwaliteitsniveaus worden bereikt door een overeenkomstig groot aantal vulgangen.

Bestelt u bij de schilder een muurvuller in kwaliteitsklasse Q3, dan moet u rekening houden met de tijd die nodig is voor drie volledige vullingen. In het geval van kwaliteitsklasse Q2 daarentegen zijn er slechts 2 vulgangen en is de prijs navenant lager.

Vloeroppervlakken

Vloeroppervlakken kunnen - afhankelijk van het vloermateriaal - net zo gemakkelijk worden geëgaliseerd als wandoppervlakken. Kleine, puntige oneffenheden op een betonvloer kunnen eenvoudig worden geëgaliseerd met een betonvuller. De dekvloer kan ook selectief worden geëgaliseerd.

Het is echter beter om zowel beton als dekvloer te bedekken met een doorlopende, gelijkmatige laag. Dit compenseert automatisch eventuele oneffenheden.

Voor dergelijke oppervlaktecompensatie worden meestal zelfnivellerende egalisatiemiddelen (€ 21,49 op Amazon *) gebruikt, die in vloeibare of halfvloeibare toestand zijn.

Als ze in de kamer worden gegoten, lopen ze gelijkmatig en vormen ze altijd een volledig vlakke oppervlaktelaag. Op deze manier kunnen nog grotere oneffenheden tot 1,5 cm probleemloos worden geëgaliseerd, afhankelijk van het type en de dikte van de egalisatielaag.

Bekleding van wanden en plafonds

Bij zeer grote oneffenheden in wanden en plafonds kan ook worden gedacht aan bekleding, idealiter met gipsplaat. Voor de muur wordt een staanderframe geplaatst waarop gipskartonplaten worden gemonteerd.

Hierdoor ontstaat, ook bij ruwe oneffenheden, een egale, praktisch “front” laag, die vervolgens verder verwerkt kan worden.

Bij zeer grote of onregelmatige oneffenheden is dit vaak de goedkopere, efficiëntere en effectievere methode van oppervlaktecompensatie.

Interessante artikelen...