Landbouwbestrijdingsmiddelen
Pesticiden zijn tegenwoordig onmisbaar in de moderne landbouw. Dierlijke plagen bedreigen de oogsten en opbrengsten in de landbouw en moeten daarom ofwel worden vernietigd of hun voortplanting belemmerd.
Pesticiden worden niet alleen gebruikt tegen insecten (insecticiden), maar ook tegen andere soorten ongedierte:
- tegen bacteriën, schimmels en mijten
- Slakken
- Rondwormen
- Knaagdieren
- Vogels
- maar ook tegen bepaalde planten, algen, planten en bomen
Effecten van pesticiden op mensen
Pesticiden zijn stoffen die bedoeld zijn om dieren en planten aan te vallen, te beschadigen en te vernietigen. Niet alle gebruikte stoffen hebben effect op het menselijk lichaam. In principe kan men echter aannemen dat alle middelen die op hogere organismen (vogels, knaagdieren) inwerken, ook een schadelijk effect hebben op het menselijk lichaam. Dit is niet altijd het geval bij andere remedies, maar het is heel gebruikelijk.
Residuen van bestrijdingsmiddelen - zoals residuen van meststoffen - komen niet alleen voor op landbouwkundig geproduceerd voedsel, maar komen ook terecht in het water van rivieren en soms ook in het grondwater, dat wordt gebruikt als ruw water voor drinkwaterzuivering.
Een goed voorbeeld van de prevalentie is nitraat, dat ontstaat door het gebruik van meststoffen. Het komt zowel op landbouwproducten (sla) als in drinkwater voor.
Effecten van pesticiden op water
Residuen van bestrijdingsmiddelen - of hun afbraakproducten - komen onder meer ook in rivieren terecht. De vervuiling is daar zo ernstig dat het ecologische evenwicht in ongeveer de helft van alle Europese rivieren ernstig wordt bedreigd. Dit was het resultaat van een recent onderzoek.
Iets minder dan een vijfde van alle rivieren is zo zwaar vervuild met residuen van pesticiden en mest dat de dieren en planten die erin leven al doodgaan.
Effect van pesticiden op grondwaterkwaliteit
In Duitsland worden in de regel geen rivieren en oppervlaktewater gebruikt om drinkwater te produceren. Het binnendringen van bestrijdingsmiddelen in de bodem - en dus in het grondwater - is afhankelijk van complexe processen en daardoor niet precies te voorspellen.
Ook is het problematisch om te zien dat pesticiden deels worden afgebroken en deels met elkaar en met bestaande mestresten reageren. Hierdoor ontstaan nieuwe stoffen met verschillende eigenschappen waarvan de effecten mogelijk schadelijk kunnen zijn. In individuele gevallen kunnen ze ook gemakkelijker in het grondwater komen (penetratie van grondwater) en een meer toxische werking hebben. Volgens de Duitse drinkwaterverordening zijn de grenswaarden 0,1 µg / l voor individuele gedetecteerde stoffen en 0,5 µg / l voor de totale blootstelling aan pesticiden en biociden. Het is echter de vraag of er daadwerkelijk voldoende rekening wordt gehouden met alle mogelijke schadelijke afbraakproducten en combinaties van stoffen.
De minimalisatie-eis van de TrinkwV bepaalt ook alleen dat schadelijke stoffen "met redelijke technische inspanning" zo laag mogelijk moeten worden gehouden. Veel stoffen kunnen alleen met onaanvaardbaar hoge inspanningen worden verwijderd - hier moet dringend naar oplossingen worden gezocht.