Structuur van het membraan
Een proces in vijf fasen wordt gebruikt in de overgrote meerderheid van de apparaten die tegenwoordig op de markt zijn. Dit voorkomt bij grote hoeveelheden concentraat dat de osmotische druk te hoog oploopt en dat er te veel externe druk moet worden uitgeoefend om het water te zuiveren.
Poriegrootte
De poriën van het membraan zijn gewoonlijk 0,0001 micron groot. 1 micron (µm) komt overeen met 0,001 millimeter, d.w.z. het membraan heeft een poriegrootte van 0,000001 millimeter.
Ter vergelijking: in de handel verkrijgbare waterfilters voor buiten hebben een poriegrootte van 0,1 tot 0,2 µm, dus ze hebben nog steeds relatief grote poriën. Niettemin filteren ze vooral verontreinigende stoffen en bacteriën eruit.
Qua technische structuur is een omgekeerde osmosemembraan een buis die is bedekt met verschillende lagen. Het ongezuiverde water komt het buitenste deel van de buis binnen en beweegt naar binnen als het zuiverder wordt. Vanuit het binnenste deel van deze buis komt, na door de gehele filterlaag te zijn gestroomd, gezuiverd water uit een centraal geplaatste cilinder.
Het membraan dient continu met stromend water gespoeld te worden zodat de osmotische druk uit de afzettingen van de uitgefilterde stoffen (concentraat) niet te hoog wordt. Dit verbruikt veel water om zuiver water te produceren.
Membranen die werken met dwarsstroomfiltratie gebruiken de schuifkrachten van water dat diagonaal over het membraan wordt gepompt. Hierdoor kan er geen concentraat op het membraan terechtkomen, maar wordt het water toch door de membraanporiën geperst. Hoewel dit minder water vereist, kost het veel meer energie.
Stof maten
Een mensenhaar is ongeveer 100 micron dik, bloedcellen zijn ongeveer 10 micron groot. Bacteriën zijn tussen de 4 en 1 µm groot, terwijl virussen tussen de 0,4 en 0,02 µm groot zijn. Pesticiden zijn aanwezig in moleculen van 0,01 µm, nitraat is ongeveer 0,001 µm.
tips en trucs
Het wegfilteren van natuurlijke mineralisatie maakt osmosewater niet erg gezond om te drinken.