De structuur van een metaalboor (materiaal metaal)
Toegegeven, het slijpen van een boor is niet zo eenvoudig en vereist naast vaardigheid vooral ervaring om tot een perfect resultaat te komen. Maar om een boormachine perfect te kunnen slijpen, is het allereerst belangrijk om te weten hoe een metaalboor in elkaar zit.
- de dwarssnijkant - er is geen punt in het midden, maar een snijrand die haaks op de hoofdsnijkanten staat
- de belangrijkste snijkant - twee tegenoverliggende snijkanten die naar buiten leiden
- de secundaire snijkant - aan het einde van de hoofdsnijkant is de spiraal iets naar binnen gebogen en vormt de secundaire snijkant aan de buitenkant
De taken van elke snijkant
Uiteraard hebben alle snijkanten een specifieke taak. Terwijl de hoofdsnijkant verantwoordelijk is voor het daadwerkelijke boren, gebeurt het boren via de dwarssnijkant. Er is geen spanning (bij grotere boren) bij het voorboren met een kleine boor. De kleine secundaire snijkant aan het einde van de hoofdsnijkant stabiliseert elke boor tijdens het boorproces, dus het heeft ook een taak die niet onderschat mag worden.
Het uiterlijk van een boormachine
Als je naar een nieuwe of perfect geslepen boor kijkt, merk je meteen dat de dwarssnijkant het absolute middelpunt van de boor vormt. Beide snijkanten hebben dus dezelfde lengte. In het bovenaanzicht valt verder op dat de dwarssnijkant haaks op beide hoofdsnijkanten staat, maar niet haaks.
De hoeken in het bovenaanzicht
Een denkbeeldige rechte lijn op de dwarssnijkant en een denkbeeldige lijn op een hoofdsnijkant resulteren elk in een hoek van 55 graden, beginnend vanaf hun snijpunt, voor een correct geslepen boor. Opvallend is ook dat het oppervlak achter elke hoofdsnijkant iets naar beneden afvlakt, onder een hoek van ongeveer vijf tot zes graden.
De hoeken in de profielweergave
Als je nu vanuit het profiel (vanaf de zijkant) naar de hoek kijkt, vormen de twee hoofdzijden van de snijkant niet alleen in principe een spitse hoek, maar een die nauwkeurig moet worden gedimensioneerd. Deze scherpe hoek is 118 graden voor een perfect geslepen boor.
Een boormachine op verschillende manieren slijpen
Je kunt natuurlijk een speciale boorslijpmachine gebruiken, maar er zijn maar weinig doe-het-zelvers die er een willen kopen. In principe is dit ook niet nodig omdat je de boor ook op een conventionele bankslijpmachine kunt slijpen. Hiervoor zijn de volgende instructies beschikbaar.
Stap-voor-stap instructies voor het slijpen van een boormachine
1. Voorbereiding
Je hebt absoluut beide handen nodig om de boor te slijpen, want je kunt in één slijpcyclus twee verschillende slijpklussen uitvoeren. Dit is precies waar de aanvankelijke moeilijkheden voor een nog onervaren vakman liggen.
2. De bewegingssequenties tijdens het slijpen
Het is het beste om de boor op de wijs- en middelvinger van één hand te plaatsen (verschillend tussen links- en rechtshandige mensen). Daarbij stelt u elke hoofdsnijkant exact in de gewenste hoek ten opzichte van het slijpoppervlak (zodat de hoofdsnijkant bij een nog juiste hoek van de boor absoluut recht ligt, anders moet u deze hoek aanpassen).
3. Het malen
In een opwaartse beweging, waarbij je de boor tegelijkertijd met de hand in de boorrichting (dus met de klok mee) draait, wordt de boor nu geslepen. Met de roterende beweging zorg je ervoor dat de boor altijd volledig in contact staat met het slijpwiel. Je zorgt er ook voor dat dit oppervlak ongeveer vijf tot zes graden afloopt vanaf de hoofdsnijkant.
4. Testen en eventueel naslijpen
Voer nu een visuele controle uit en slijp eventueel opnieuw. Nadat je de eerste kant van de boor hebt geslepen, volgt nu de tweede kant, waarvoor je op dezelfde manier te werk gaat. U moet dan een visuele inspectie uitvoeren.
tips en trucs
Druk de boor voorzichtig tegen het slijpwiel. Als u te veel druk uitoefent, zal de boorpunt gloeien en blauw worden. Als gevolg hiervan is het materiaal van de boor veranderd en wordt het harder of brozer. Dit betekent dat deze boor niet meer echt bruikbaar is Om te testen of de scherpe hoek van 118 graden nog past, kunt u bij een speciaalzaak een bijpassende boormal krijgen. Je kunt ook twee moeren van de juiste maat naast elkaar (aan de buitenkant) plaatsen. De moeren liggen dan met één zijvlak op de grond en op of tegen elkaar. De twee bovenste en taps toelopende oppervlakken vormen een hoek van 120 graden. Als je de boor erin steekt, kun je ook vrij goed zien hoe geschikt en gecentreerd je hoek is.
Daarnaast kun je een houten plaat of een laken neerzetten die je vooraf met krijt insmeert. Markeer nu op enkele centimeters afstand voor de plaat een punt op de ondergrond waarop je de boor exact plaatst. Plaats nu de boor met de eerste snijkant en teken een cirkel op de plaat als een passer zonder de boor te verwijderen die op de punt staat. Hetzelfde dan met de andere kant. De boorafmetingen zijn pas correct als beide afgetekende lijnen precies op elkaar liggen.