Geschuurde of met talk beklede lasbanen vormen meestal de onderlaag. Om het af te dekken, is het gebruikelijk om lasstroken te leggen met leisteen, wat zorgt voor weerstand tegen UV-licht. Metallische hulpstoffen zoals koper of aluminium worden gebruikt voor beplante daken of als dampremmende laag.
Stapsgewijze instructies
1. Richting van leggen
Net als bij ander dakleer (€ 24,79 bij Amazon *), worden de lasplaten van onder naar boven op schuine daken gelegd. Bij het leggen op platte daken moet op de latere toegang worden gelet om te voorkomen dat er op de pas gelaste platen wordt gelopen.
2e laag voor laag: let op het weer
Als er meerdere lagen lasstroken moeten worden gelegd, moet elke laag eerst afzonderlijk over het gehele dakoppervlak worden afgewerkt. Let op de benodigde tijd en het weer zodat een laag die maar één keer is gecoat niet vochtig of nat wordt.
De lasbanen kunnen pas gelegd worden als ze volledig droog zijn en voldoende tijd nodig hebben om af te koelen na verhitting. Als er vocht is of als een onderlaag nog niet is afgekoeld, kunnen de lasstroken later van elkaar scheiden en doorlatend worden.
3. Het aanbrengen van de lassporen
Bij het correct leggen van lasplaten wordt de bitumencoating al vloeibaar gemaakt met een lasapparaat terwijl de losse platen worden uitgerold.
De verschillende lasbanen bevatten verschillende dragermaterialen die bijzondere eigenschappen hebben. Bij aanschaf is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de geselecteerde lasbanen geschikt zijn voor de bijbehorende deklaag.
Bij verhitting mag de bitumenlaag slechts oppervlakkig vloeibaar worden gemaakt en moet overmatige verhitting worden vermeden om te voorkomen dat het bitumen verdampt of verbrandt.
Tips en trucs
Een kartonnen spijker moet worden bevestigd tussen de laslijn en een ondergrond of een onderconstructie van hout om te voorkomen dat het hout ontbrandt.