Spiegelkast ophangen »U heeft deze mogelijkheden

Hoe een spiegelkast op te hangen

Badkamerspiegel kasten wegen gemiddeld zo'n 20 tot 30 kg. De gebruikelijke bevestiging is daarom een ​​solide schroefverbinding in deuvelgaten. Let op het volgende:

  • kies de juiste hoogte
  • indien nodig oude deuvelgaten dichten of adapters aanbrengen
  • afwegen: tegel- of voegboring?

Kies de juiste hoogte

De hoogte van de spiegelkast is erg belangrijk. Het bepaalt of je zonder uitrekken of hurken naar je spiegelbeeld in de spiegel kunt kijken; er is ook een gestandaardiseerd aansluithoogtebereik voor elektrisch aangedreven hoge kasten van 1,90 tot 2,00 m voor de bovenrand. Dit resulteert in een bereik van onderkanten tussen 1,15 en 1,25 m, afhankelijk van de grootte van de spiegelkast.

Sluit de deuvelgaten of bevestig de adapter

Als u de spiegelkast wilt monteren in plaats van een eenvoudige spiegel, moet u de deuvelgaten afsluiten als de spiegel is bevestigd met deuvelschroeven. Dit doe je door de pluggen eruit te trekken en voorzichtig de gaatjes te vullen.

Indien nodig kunt u de bestaande gaten blijven gebruiken. Omdat de positie van de bevestigingspunten van de spiegelkast echter nauwelijks overeenkomt met die van de oude spiegel, kan dit alleen onder de voorwaarde dat je een adapter in de vorm van een houten strip van binnenuit aan de achterwand van de kast bevestigt. Hoewel dit gevolgen heeft voor de opslagruimte, kan het nieuwe boorgaten overbruggen die met name in een huurappartement niet zijn toegestaan. Je schroeft de adapter houten strip op de juiste hoogte aan de binnenkant van de kastachterwand en boort er de schroefgaten doorheen tot aan de muurpluggaten.

Tegel- of voegboren

De meeste spiegelkasten hebben voorgedefinieerde bevestigingspunten waar ze aan de muur worden gemonteerd. Deze komen vaak niet overeen met de hoogte van de dwarsvoegen tussen de wandtegels. Het is mogelijk om in de tegels te boren, maar dit heeft als nadeel dat de tegels blijvend beschadigd raken. Om bij het boren niet te splinteren, moeten ze bovendien voorzichtig met een spijker of centerpons worden geponst en op zijn best met een tegelboor worden doorboord.

Boren in de voegen belooft mogelijk niet genoeg houvast als de (poreuze) voegsubstantie onvoldoende is. Ook hier is de kans op beschadiging door binnendringend vocht groter dan bij definitieve tegels. De beperkte keuze in hoogtes is natuurlijk ook een nadeel bij het boren van voegen.

Interessante artikelen...