Oude gebouwen met vloerplaten
Oude gebouwen werden vaak direct op de grond gebouwd met een strookfundering. Dan bestaat de vloer van de onderste verdieping uit aarde of zand. In sommige huizen is er ook een vloerplaat. Het is meestal erg koud omdat er niets anders onder zit dan aarde. Als u uw voeten niet meer wilt bevriezen, moet u de vloerplaat isoleren. Dit kan ook het binnendringen van vocht voorkomen, een ander probleem bij oude vloertegels.
Isolatie van de vloerplaat
Het isoleren van de vloerplaat is in enkele stappen mogelijk en helpt ook om de woning energiezuiniger te maken.
Actie
Verwijder eerst eventuele oude vloerbedekking. Dicht vervolgens de vloerplaat af tegen vocht, bijvoorbeeld met bitumen beplating of een vulling van schuimglasgrind. De laatste heeft ook thermische isolatie-eigenschappen. Als alternatief kunt u isolatiematten of ingeblazen isolatie gebruiken die tussen of onder de onderconstructie voor de vloerbedekking wordt geplaatst. Wanneer dat is gebeurd, plaatst u de vloerbedekking, bijvoorbeeld tegels of houten vloerdelen. Er zijn ook vloerbedekkingen met ommuurde thermische isolatie. Dan heb je alleen een vlakke, afgedichte basisplaat nodig om hem te monteren.
Een alternatief is om de oude vloer te laten zoals hij is en er de isolatie en een nieuwe vloer overheen te leggen. Voorwaarde is dat de bodemplaat strak is. Dit bespaart u het werk van het eerst verwijderen van de oude bekleding. Het nadeel is dat de vloeropbouw dikker wordt.
Belangrijk
Het isolatiemateriaal helpt om de kamer wat lager te maken. Zeker bij oude gebouwen met kamers die al laag zijn, is het zinvol om voor de isolatie te kiezen zodat er zo min mogelijk kamerhoogte verloren gaat. Vullen is daarom minder geschikt voor dergelijke ruimtes. Dunne isolatieplaten zijn beter als je de oude vloer wilt hergebruiken, of vloerbedekkingen gemaakt van een dragermateriaal met geïntegreerde isolatie en bijvoorbeeld een vinyl ondergrond.