Veelhoekige platen voegen »Dit is de beste manier om het te doen

Gesloten of waterdoorlatend

Als de puzzel is "opgelost" en de veelhoekige platen zijn gelegd, zijn er twee manieren om verder te gaan met de verbindingen:

1. Bij een waterdoorlatende plaatsing worden vloervoegen opgevuld met los vulmiddel zoals zand, steenslag of fijn grind.

2. Voor een gesloten ruimte worden de voegen opgevuld met mortel (€ 7,79 bij Amazon *) dmv de slurry-methode. Er moet rekening gehouden worden met de steensoort, aangezien er steeds minder gevoelige natuurstenen zijn.

Om ervoor te zorgen dat het met tegels bedekte gebied betrouwbaar waterdicht is en blijft, moet afhankelijk van de onderconstructie van de veelhoekige tegels een voegmortel met het bindmiddel epoxyhars worden gebruikt. Panelen en voegen met grotere breedtes (vanaf tien millimeter) die in een mortelbed worden gelegd, moeten worden gevoegd met de mortel verrijkt met bindmiddel. Op een zandbed kan het bindmiddel achterwege blijven.

Harde natuurstenen die weinig water opnemen, worden opgeslokt

Er zijn maar weinig natuurlijke rotsen die water absorberen, zoals graniet, marmer en leisteen, die met de slurry-methode worden gevoegd. Stollingsgesteenten vormen deze groep. Simpel gezegd: de mortel wordt op een relatief waterige manier gemengd, zodat er een soort slib ontstaat. Dit wordt over een groot oppervlak en royaal op het gelegde oppervlak aangebracht en in de voegen ingewerkt en met het voegrubber of een watersproeier of een rubberen lip in de voegen gedrukt.

Ten slotte wordt de grout die op de oppervlakken achterblijft (€ 5,29 bij Amazon *) grondig met de waterstraal afgespoten, inclusief de sluier. Een borstel of een schrobber zijn handige extra hulpmiddelen.

Zachte rotsen die veel water opnemen, moeten worden bewaterd

Bij sterk absorberende gesteenten zoals kalksteen en zandsteen die veel water opnemen, is een meer gerichte aanpak vereist. Afzettingsgesteenten behoren tot deze groep. De stenen moeten vooraf goed nat zijn zodat je niet te snel teveel water uit de voeg verwijdert.

De mortel wordt zo nauwkeurig mogelijk in de voegen aangebracht met een smalle spaan of een mortelspuit. Let er bij het natmaken op dat er geen water in de voegen blijft staan. Eventueel met een sponsje uit deppen.

Ten slotte worden de gevulde voegen met een vochtige doek “glad” afgeveegd en vervolgens met lichte druk verdicht. Als de mortel is opgedroogd, kan het oppervlak worden besproeid met een zachte waterstraal. Als de buitentemperatuur warm is (vanaf circa 25 graden Celsius) of in direct zonlicht, dient u na het voegen direct weer water te geven. Schaduw is een extra nuttige maatregel om het uithardings- en droogproces te optimaliseren.

tips en trucs

Zorg er indien mogelijk voor dat de voegen minimaal 300 millimeter diep zijn. Vanaf deze dikte kan de voeg optimaal uitharden en uitharden. Bij ondiepere voegen, zoals vaak bij veelhoekige platen aan de muur, dient u speciale extra bindhulpmiddelen en aanvullingen te gebruiken.

Interessante artikelen...