Bereken de trap
Indien u zelf een trap wilt berekenen, vindt u gedetailleerde informatie in DIN 18065. Deze regelt de maatvoering van de trap. Er wordt geen rekening gehouden met het gebruikte materiaal. Hiervoor is een aparte statische berekening nodig.
Aantal fasen
Het meest interessant is de berekening van het aantal stappen en hun grootte. Het hangt ervan af hoe gemakkelijk het is om de trap te gebruiken en of ze überhaupt gebouwd kunnen worden. Bijzonder handig zijn treden met een diepte van 29 cm en een hellingspercentage van 17 cm (de wet schrijft een tredediepte van 23 tot 37 cm en een hellingshoek van 14 tot 20 cm voor).
De berekening is als volgt: Je moet een hoogte van 260 cm tussen twee verdiepingen overwinnen, dus deel deze hoogte door de gewenste hoogte van de treden, laten we zeggen 17 cm: 260: 17 = 15,29 Je hebt dus 15 afgeronde niveaus nodig.
Staanplaats
Eerder gingen we uit van een helling van de treden van 17 cm om het aantal treden te berekenen. Nu moet de exacte helling (staphoogte) worden bepaald. Deel hiervoor de te overwinnen hoogte (260 cm) door het aantal stappen 15: 260: 15 = 17,33.
Loop lengte
De volgende interessante maat is de runlengte, die je vertelt hoe steil of vlak de trappen zijn en hoeveel ruimte ze innemen. We nemen 29 cm als maat voor de stapdiepte en vermenigvuldigen deze met het aantal stappen 15:29 × 15 = 435 cm. De lengte van de trap is 435 cm van de bovenste tot de onderste trede.
Statische berekening
De statische berekening is afhankelijk van de materiaaleigenschappen. Het moet door een specialist worden uitgevoerd, omdat een zogenaamd stabiliteitsbewijs vereist is. Er wordt rekening gehouden met het eigen gewicht van de trap en het laadvermogen. Voor woongebouwen werd een oppervlaktebelasting van 3,0 kN per m (sup) 2 (/ sup) trapoppervlak en een puntbelasting van 2,0 kN per trede gespecificeerd. Aan de hand van de materiaaleigenschappen en de maat van de trap kan de constructeur de juiste constructie bepalen.