Gebruik van hogedrukfittingen
Hogedrukfittingen zijn de standaard op de fittingenmarkt en worden daarom niet verder geëtiketteerd. Ze zijn geschikt voor alle aansluitingen voor huishoudelijk water met een geïntegreerde, d.w.z. centraal bediende warmwaterleiding. Lagedrukarmaturen daarentegen zijn speciale armaturen die zijn voorbereid voor de onderlinge verbinding van een lokale warmwaterboiler - meestal een ketel dus. Ketels zijn niet bestand tegen de gebruikelijke druk in de leiding van het huishoudelijk water, die gewoonlijk tussen 3 en 6 bar ligt, tenzij ze drukbestendig zijn. Lagedrukarmaturen zijn altijd gemarkeerd met een bliksemschicht op verpakkingen en productinformatiebladen.
Een hogedrukarmatuur is normaal gesproken bestand tegen een druk tot 10 bar. Visueel herken je hem aan het feit dat hij, in tegenstelling tot lagedrukarmaturen, maar twee in plaats van drie aansluitslangen heeft. Dit komt doordat er geen passieve leiding nodig is voor de warmwatervoorziening in de armatuur, maar rechtstreeks wordt gevoed vanuit de warmwaterleiding van het huis. Lagedrukarmaturen worden daarentegen alleen via een koudwateraansluiting op de huiswaterleiding aangesloten en onttrekken via een verdringingsmechanisme het warme water aan de ketel.
Hoe u een hogedrukfitting aansluit
Om een hogedrukarmatuur aan te sluiten heeft u dus altijd een dubbele wateraansluiting nodig, namelijk een met koud- en warmwateraansluiting. Er moet dus een centrale warmwaterbereiding in huis zijn. U kunt het beste het volgende doen:
- verwijder indien nodig de sifon
- Sluit de aansluitslangen aan op de fitting
- Sluit de verbindingsslangen aan op de connectoren
Door de sifon te demonteren, ontstaat er meer ruimte onder de gootsteen of de wastafel en kan de slang netter en zonder knikken worden geleid.
Als de hogedrukfitting nieuw is, moet u eerst de aansluitslangen aan de onderzijde bevestigen. Hiervoor draait u ze eenvoudig handvast aan de juiste kant, d.w.z. de blauw gemarkeerde koudwaterslang aan de koudwaterzijde en de warmwaterslang aan de warmwaterzijde. Vervolgens worden ze door het gat in de gootsteen of wasbak gevoerd en wordt de kraan van onderaf vastgeschroefd.
Let er bij het aansluiten op de wateraansluitleidingen op dat u de slangen niet verwisselt. De blauw gemarkeerde slang gaat natuurlijk naar de koudwaterleiding, de rode naar de warmwaterleiding. Als de aansluitslangen te kort zijn, kunt u verlengslangen gebruiken. Ten slotte wordt de sifon teruggeplaatst en kan de fitting in gebruik worden genomen.