Geschikte pleistermaterialen voor buitenmuren
Over het algemeen worden lichtgewicht minerale pleisters ten zeerste aanbevolen voor moderne, nieuw gebouwde gebouwen. Door hun lage oppervlaktegewicht bouwen ze minder spanning op en zijn ze bovendien zeer vochtbestendig. Ze bestaan voornamelijk uit kalk, cement, gips - in sommige gevallen ook uit klei - met diverse toevoegingen, bijvoorbeeld gemalen natuursteen. Met uitzondering van bakstenen muren, kunnen nu bijna alle buitenmuren worden gepleisterd in relatief dunne lagen van ongeveer 15 millimeter in één of twee lagen. Voor bakstenen muren, met name lichte bakstenen en thermisch geïsoleerde baksteentypen, zijn pleisterdiktes van minimaal 2 centimeter voorzien.
Basispleister en buitenmuurpleister
Als regel moet voor de ondergrond een pleister worden gebruikt, die enerzijds waterdamp en vocht laat ontsnappen, maar ook ongevoelig is voor vocht van buitenaf en de bouwsokkel daartegen beschermt. In tegenstelling tot muurpleister zijn cementpleisters de beste basispleisters, die in dit opzicht verreweg de beste eigenschappen hebben. Voor de buitenmuurpleister moeten echter waar mogelijk minerale pleisters worden gebruikt.
Voorbehandeling van de ondergrond
Het is belangrijk om vooraf de hechting van de ondergrond te controleren en eventueel te verbeteren. Diepere voegen of aangrenzende, verschillende bouwmaterialen dient u altijd voor te behandelen. Enerzijds kan hier gipswapening worden aangegeven, anderzijds het opvullen van de voegen of speciale voegafdichtingen, bijvoorbeeld voor buisverbindingen. Ook het aanbrengen van gipsstrips maakt deel uit van het voorbereidende werk dat nodig is voor het pleisteren. Gebruik indien mogelijk roestvrijstalen gipsstrips op bijzonder problematische plaatsen die worden blootgesteld aan sterk weer.
Als de hechting van de ondergrond niet gegarandeerd is, moet u uzelf helpen met geschikte primers of, indien nodig, met een spuitvoeg.