Basisregels voor plaatsing
Wie voor een maaltijd zit, wil automatisch en intuïtief het juiste bestek pakken. In de volgorde van het bestek wordt het principe gevolgd om aan beide kanten altijd de benodigde losse onderdelen van buiten naar binnen te vinden. Volgens de hand in hand is het betreffende type bestek bepalend voor rechtshandigen.
Het bestekaanbod en de plaatsing zijn uiteraard afhankelijk van de gerechten die worden geserveerd en de menureeks. De basisuitrusting voor meerdere gangpaden is rechts en links verdeeld volgens de volgende regels:
- Mes altijd aan de rechterkant
- Vorken gingen altijd weg
- Pastagerechten zijn een uitzondering. Rechts kan een vork worden geplaatst en links een bijbehorende lepel.
- Kleinere vorken, bijvoorbeeld voor het dessert, kunnen ook over het bord worden geplaatst. De tanden wijzen naar rechts.
Uitlijningen en nummer
Over het algemeen mag bij het dekken van de tafel een maximum aantal bestekdelen niet worden overschreden. Maximaal vier stuks bestek zijn gebruikelijk aan de rechterkant en maximaal drie aan de linkerkant van het bord. Kleine vorken kunnen naar de kopzijde van de plaat worden "verplaatst". Als er meer gangpaden of stukken bestek nodig zijn, moet een latere tussenbedekking parallel aan het serveren worden gedaan.
Als er vis tussen de gerechten zit en er is geen visbestek aanwezig, dan moeten er twee vorken worden geplaatst als vervanging. Terwijl de messen parallel aan de rechterkant van de plaat staan, ongeveer een centimeter uit elkaar, moeten de vorken naar links worden verplaatst. Hierdoor kan de benodigde afstand en ruimte tussen de afzonderlijke vorken worden verkleind. De binnenvork ligt volgens het referentiemes van het binnenmes. De volgende vork wordt naar boven verplaatst. De positie van de buitenvork komt weer overeen met de binnenvork.
Tussenruimte en uitlijningen
Eerst moet het binnenmes aan de rechterkant worden geplaatst. Volgens de logica is het het mes dat als laatste wordt gebruikt. De positie, ongeveer een duimbreedte verwijderd van de rand van de tafel, is de referentiepositie voor het rangschikken van de resterende stukken bestek. De mesjes of snijkanten wijzen altijd naar binnen naar de plaat.
Elke decoratie mag het ruimtecomfort nooit beperken. Zelfgemaakte bestekzakken dienen het patroon van het vrij opgestelde bestek te volgen. Decoratie mag het zicht van uw tafelburen niet belemmeren of belemmeren en het serveren niet hinderen.
Vermijd vingerafdrukken bij het afdekken
Het zou vanzelfsprekend moeten zijn om uitsluitend glanzend bestek zonder vingerafdrukken te rangschikken. Na het poetsen van het bestek helpen stoffen handschoenen of het vastpakken met doeken om vingerafdrukken op de messen, vorken en lepels te voorkomen. Dit geldt vooral voor gepolijst zilveren bestek.
tips en trucs
Als je gedeelde gerechten aanbiedt zoals een kaasplateau of een broodmand, dan wordt het bijbehorende bestek perfect op het betreffende bord of plateau geplaatst.