Staalsoorten »De classificaties

Basis classificatie volgens DIN

DIN 10027 geeft een compleet overzicht en classificatie van alle staalsoorten Bovendien zijn er vaak talrijke speciale aanduidingen voor individuele staalsoorten die niet in DIN voorkomen. De DIN categoriseert enerzijds naar type legering, maar ook naar gebruik.

Gelegeerd en ongelegeerd staal

Als u de classificatie volgens DIN 10027 wilt volgen, die ook de aanduiding voor staalsoorten regelt, moet u eerst onderscheid maken tussen twee basisgroepen: ongelegeerd en gelegeerd staal.

Behalve koolstof en ijzer hebben ongelegeerde staalsoorten geen essentiële componenten; ze bevatten maar heel weinig andere elementen. Voor de meeste elementen betekent dit minder dan 0,1% van de totale massa van de smelt, voor sommige elementen zelfs minder. Als een van deze waarden wordt overschreden, is het een gelegeerd staal.

De ongelegeerde staalsoorten kunnen vervolgens verder worden onderverdeeld volgens DIN:

  • Ongelegeerd bulkstaal / constructiestaal
  • Ongelegeerde kwaliteitsstaalsoorten (bepaalde hardheid, korrelgrootte of bewerkbaarheid, ook hogere taaiheid dan bulkstaal)
  • Ongelegeerd roestvast staal (hogere zuiverheidsgraad dan kwaliteitsstaal, minder fosfor- en zwavelgehalte dan kwaliteitsstaal, ook voorgespannen betonstaal en reactorstaal)

Classificatie volgens het aantal legeringscomponenten

Dienovereenkomstig vormt DIN 10027 groepen voor gelegeerd staal op basis van het aantal legeringscomponenten

  • Micro-gelegeerd staal (0,01 - 0,1% titanium, aluminium, niobium of titanium gelegeerd voor hogere sterkte)
  • Laaggelegeerde staalsoorten (niet meer dan 5% van de totale massa bestaat uit legeringscomponenten)
  • Hooggelegeerde staalsoorten (meer dan 5% van de totale massa bestaat uit legeringscomponenten)
  • Hogesnelheidsstaalsoorten (behoren ook tot de gereedschapsstaalsoorten volgens andere classificaties)

Inzetstaal en warmtebehandelbaar staal en gietstaal worden ook vermeld als speciale groepen.

Benamingen

Elke staalsoort is duidelijk herkenbaar aan een zogenaamd materiaalnummer. De nummers worden officieel toegekend door het staalinstituut. Het American Iron and Steel Institute kent hetzelfde nummer toe, dat dan de AISI-aanduiding van het staal vormt. Bij ons spelen deze Amerikaanse namen slechts in enkele gevallen een rol (behalve bij chirurgisch staal, dat hier ook vaak 316L wordt genoemd).

Een materiaalnummer ziet er altijd hetzelfde uit:

X.YYZZ (AA)… X staat voor de hoofdgroep, Y het cijfernummer en Z staat voor een telnummer De hoofdgroep voor staal is altijd 1. Dit geldt voor alle staalsoorten.

Maar er zijn ook korte namen die voor meer duidelijkheid zouden moeten zorgen. Een voorbeeld:

Materiaal nummer Korte naam AISI bekende naam algemene eigenschappen
1.4301 X5CrNi18-10 304 V2A (ook voor verwante types), 18-10, RVS roestvrij, austenitisch staal, chroomnikkelstaal

tips en trucs

De vele afkortingen in korte namen zijn buitengewoon ingewikkeld in hun betekenis en bevatten veel gecodeerde informatie. Om ze meteen correct te kunnen interpreteren, moet men echter enige kennis hebben van staalverwerking. Het is vaak gemakkelijker om met materiaalnummers om te gaan.

Interessante artikelen...